Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Jan FABRICIUS

betekenis & definitie

Nederlands toneelschrijver (Assen 30 Sept. 1871), begon zijn loopbaan als timmermansleerling, doch kwam later in de journalistiek. Hij werd te Batavia aan de Javabode verbonden, voerde later de hoofdredactie van de Preangerbode te Bandoeng en aanvaardde vervolgens te ’s-Gravenhage de directie van De Nieuwe Courant. Na enige jaren werd hij hoofdredacteur van het Bataviaasch Nieuwsblad, repatrieerde wegens ziekte.

Hij heeft zich vooral naam gemaakt als schrijver van hoofdzakelijk psychologisch-realistische toneelstukken, bij voorkeur probleemstukken, zij het zonder grote diepgang. Veel succes hadden Eenzaam, De rechte lijn, Totok en Indo en Dolle Hans, over de verhouding van blank en bruin. In Eenzaam vond Cor van der Lugt Melsert in de uitbeelding van een jong Europeaan op een eenzame post in de buitenbezittingen de grote rol van zijn eerste periode. Hein Roekoe schreef hij voor Louis Bouwmeester. Zijn stukken hebben ook veel succes geoogst in het buitenland, o.a. in Denemarken en Noorwegen, en vooral in Londen.Bibl. : Van Jan Fabricius zijn opgevoerd, en ongeveer alle te Antwerpen in druk verschenen: Met den handschoen getrouwd (1906) ; Eenzaam (1907); De Rechte Lijn (1910); Onder één dak (1914); Ynske (1914); Totok en Indo (1915); Dolle Hans (1916); Nonni (1917); Sonna (1918); Demon; Gesare als Gastheer in de gevangenis; Seideravond (1919); Hein Roekoe (1917). Tot de door de auteur in het Engels geschreven stukken behoren: The Planter from Mayfair; Sisters; Mine! Autobiografie: Jeugdherinneringen v. e. Assener jongen (Assen 1946).

Lit.: K. Loos, Jan Fabricius en zijn werken (1923).

< >