Zuidnederlands politicus en publicist (Oosterwijk, Houtvenne, 22 Dec. 1746 - Brussel 4 Mei 1797), sedert 1774 advocaat te Brussel, toonde een sterk democratische gezindheid. In 1788 zag zijn Verhandeling op d’Onacht der Moederlijke tael in de Nederlanden het licht, waarin hij het cultuurverval in de Oostenrijkse Nederlanden toeschreef aan de verwaarlozing van de volkstaal en aan de taalkloof tussen de leidende en lagere standen.
Dit werk liep een halve eeuw op denkbeelden van de Vlaamse Beweging vooruit en bevatte de kern van het 19de eeuwse nationaliteitsbegrip. Tijdens de Brabantse Omwenteling was Verlooy de rechterhand van de democratische leider Vonck en ijverde voor herziening der Staten en verruiming van het kiesrecht. Later moest hij uitwijken. Na de eerste Franse inval (Dec. 1792) werd hij tot Voorlopig Vertegenwoordiger gekozen. Weldra legde hij zich neer bij de annexatie bij Frankrijk. Hij werd in Sept. 1794 lid van de Brusselse magistraat en was van Jan. 1795-Mei 1796 burgemeester van Brussel.Bibl.: Codex Brabanticus, seu Corpus Juris Edictalis Brabantiae et Limburgiae ordiue alphabetico dispositum (Brussel 1781); Verhandeling op d’Onacht der Moederlyke tael in de Nederlanden (Maastricht 1788. In feite zonder toelating te Brussel).Heruitgaven: d. J. M. Schrant (Gent 1829) en met inl. v. R. van Roosbroeck (Antwerpen 1938); Intrigues du despotisme démasqué (Bruxelles 1789) ; Projet raisonné d’union des Provinces Belgiques (Bruxelles 1790) ; Zyn Geloof, Vryheyd en Eygendommen in gevaer ? (Brussel 1793).
Lit.: S. Tassier, Verlooy précurseur du mouvement Bamand, in Revue de l’Université de Bruxelles (1937-’38), blz. 155-171. Opgenomen in S. Tassier, Figures révolutionnaires (XVIIIe s.) (Bruxelles 1942); J. Grauls, J. B.
C. Verlooy, in: Honderd grote Vlamingen, uitgeg. o. l. v. L. Elaut e.a. (Antwerpen 1941), blz. 291-293.