Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

James HAMILTON

betekenis & definitie

(1) tweede graaf van Arran en hertog van Chatelleraut, regent van Schotland (1515? - Hamilton 22 Jan. 1575), was bij de dood van koning Jacobus V* (1542) na de pasgeboren Maria* Stuart de naaste erfgenaam van de Schotse troon, aangezien hij achterkleinzoon was van Jacobus II*. Hij werd protector van het koninkrijk, begunstigde aanvankelijk het Protestantisme en trachtte een huwelijk te bewerken tussen Maria Stuart en de prins van Wales, de latere Engelse koning Edward VI.

Daarna keerde hij zich tegen de Engelsen en de Protestanten, en bevorderde de verloving in 1548 van Maria Stuart met de Franse dauphin (Frans II*). Daarbij werd hij door Hendrik II* van Frankrijk begiftigd met het hertogdom Châtelleraut in Poitou. Zeer vredelievend van aard, droeg hij na enige tegenstribbeling in 1554, tegen uitkering van een jaargeld, het regentschap over aan de koningin-moeder Maria van Lotharingen. Hij zelf en zijn broeder John, die als staatssecretaris en bisschop van St Andrews een belangrijke rol vervulde, behoorden tot de R.K. partij, terwijl de overige leden van zijn geslacht Protestanten waren. Gedurende de staatkundige woelingen, die bij de terugkeer van koningin Maria (1561) ontstonden, schaarden zich de Hamiltons aan haar zijde, James werd een der voorlopige regenten, maar moest in 1565 het land verlaten. In 1569 keerde hij uit de ballingschap terug en werd door de verjaagde Maria Stuart benoemd tot regent van haar zoon, Jacobus VI, wat hij bleef tot diens meerderjarigverklaring (1573).(2) hertog van (19 Juni 1606 - 9 Mrt 1649), was een afstammeling van de graaf van Arran en dus ook gerechtigd tot de Schotse troon. Hij leefde aan het hof van Karel I in Engeland en werd in 1628 bevelhebber van de cavalerie en lid van de Raad van State. Van 1631-1634 was hij met 6000 man in Duitsland om Gustaaf * Adolf bij te staan, maar zijn leger verliep en hij richtte niets uit. In 1638 trad hij op als onderhandelaar van Karel I* met de ondertekenaars van het Schotse Govenant, welke onderhandelingen mislukten; Hamilton keerde naar Engeland terug en liet het terrein vrij voor de Govenanters. Een door hem in 1639 ondernomen veldtocht tegen hen (Govenanters) mislukte volkomen. Ook in de volgende jaren bleven zijn pogingen tot verzoening van de koning met de Schotten zonder resultaat, vooral doordat hij telkens te veel toegaf aan de met hem onderhandelende partij.

Hij werd door Karel echter verheven tot hertog en belast met het bevel over een legerafdeling, waarmee hij, ondanks zijn grote overmacht, 17 Aug. 1648 bij Preston door Gromwell volkomen verslagen werd; hij zelf raakte gevangen. Tegelijk met het proces tegen Karel I werd ook een geding tegen hem aanhangig gemaakt en zes weken na de koning betrad hij het schavot.

Lit.: G. Burnet, The memoirs of the lives and nations of James and William duke of H. (Oxford 1852); The Hamiltonpapers, uitgegeven door S. R. Gardiner (1880).

< >