Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HAMILTON

betekenis & definitie

(1) stad in het Schotse graafschap Lanark, aan de Clyde, 15 km ten Z.O. van Glasgow, telt (1949) 40 800 inw. en heeft enkele kolenen ijzermijnen, voorts textielindustrie, tuinen ooftbouw. Het afgebroken kasteel was de zetel van de hertog van Hamilton en Brandon.

De grote kunstverzamelingen, vroeger aldaar verzameld, zijn in 1882 verkocht.Lit.: H., past and present 1456-1932 (1932); T. W. Hanson, In search of H. (1932).

(2) is de hoofdstad van Butler County in Z.W.Ohio (V.S.), en had in 1940 een bevolking van 50 592 inw. (Groot-Hamilton, dat ook Middletown omvat, 112 686 inw.). Een aantal verkeerswegen, buslijnen en spoorwegen komt hier samen; de stad is een belangrijk industriecentrum. In Hamilton zijn vooral hoogovens en cokesovens; in Middletown zijn de staalfabrieken. Het gietijzer wordt in gesmolten toestand, in speciaal geconstrueerde goederenwagens, van de hoogovens naar de staalfabrieken in Middletown vervoerd. Vooral de productie van stalen platen is belangrijk; voorts maakt men er brandkasten, gereedschappen en papier. Hamilton werd in 1803 de hoofdstad van Butler County en verkreeg in 1857 stadsrechten. De stad is genoemd naar de beroemde Amerikaanse staatsman Alexander Hamilton.

(3) een van de voornaamste steden van Canada (prov. Ontario), ligt op 43° 16' N.Br. en 79° 54' W.L.v.Gr. aan het westelijk einde van het Ontariomeer. De stad, die in 1778 door Robert Land gesticht en in 1833 geïncorporeerd werd, nam gestadig in zielental en belangrijkheid toe. In 1947 telde Hamilton 179 565 inw. De groei van de industrie (dank zij beschikking over veel hydro-electrische energie) heeft de stad de bijnaam van het Canadese Birmingham bezorgd. De locale nijverheid vertoont een grote verscheidenheid, de grootste van alle Canadese steden.

Zeer groot is de deelneming van kapitaal uit de V.S. in de stedelijke industrie. Hamilton heeft ijzer-, staal- en textielindustrie (o.a. spoorwegmateriaal, machines, landbouwwerktuigen, horloges, tweeds enz.). De stad, zetel van een Anglicaanse en R.K. bisschop, telt tal van onderwijsinrichtingen (o.a. een universiteit). De stad beschikt over uitstekende internationale en interlocale busen spoorwegverbindingen, terwijl het in het vaarseizoen door scheepsverbindingen met de voornaamste havens van de Grote Meren en de wereldzeeën verbonden is.

(4) hoofdstad van de Bermuda-eilanden, telt ca 3000 inw.

Alexander HAMILTON

Amerikaans staatsman (Nevis, West-Indië, 11 Jan. 1757 - New York 12 Juni 1804), onwettige zoon, van Schotse afkomst, toonde zich jong reeds zó flink, dat hij, nog geen 15 jaar oud, met de leiding van een zaak werd belast. Hij werd door vrienden in staat gesteld aan het Columbia-College in New York te studeren en wierp zich met geestdrift in de Amerikaanse Vrijheidsoorlog. Op zijn 17de jaar hield hij reeds zijn eerste politieke redevoering, welke zeer de aandacht trok. Als vrijwilliger in dienst getreden, werd hij spoedig de rechterhand van Washington, wiens redevoeringen en brieven hij opstelde en met wie hem een warme vriendschap verbond. Na de oorlog vestigde hij zich als advocaat in New York, waar hij tevens een belangrijke politieke rol speelde; zo ging hij als lid van de constituerende vergadering naar Philadelphia. Hij toonde zich hier de voorstander van een krachtig centraal gezag; Hamilton, van buiten gekomen, had ten slotte geen enkele band met welk afzonderlijk gewest ook; hij voelde zich niet in de eerste plaats Virginiër of New Yorker, maar Amerikaan; het liefst had hij alle statengrenzen zien verdwijnen.

Geboortig uit een aristocratisch milieu in West-Indië, een maatschappij van plantagebezitters, zonder middenklasse, berustend op slavenarbeid, was hij met hart en ziel aanhanger van de aristocratische regeringsvorm; eigenlijk was hij een „Tory”, een conservatief, vol af keer van volksinvloed en dus tegenstander van Th. Jefferson, de grote voorvechter van de democratie in zijn tijd. Voor zijn ideeën maakte Hamilton ook schriftelijke propaganda: hij liet, samen met zijn politieke medestanders Madison en Jay, in een aantal New Yorkse bladen een reeks essays verschijnen, die, later gebundeld als The Federalist, een van de Amerikaanse klassieken is geworden en herhaaldelijk is herdrukt; het is vooral aan deze propaganda te danken dat de grondwet van 1787 zonder al te veel verzet is aanvaard. Toen Washington als eerste president van de V.S. het bewind op zich nam, werd Hamilton minister van Financiën. Hij organiseerde deze voortreffelijk, bracht een regeling van de staatsschulden tot stand en verdedigde de protectie, een van de weinige punten waarin hij van zijn vereerde leermeester Adam Smith, de vermaarde econoom, afweek. Men heeft Hamilton wel eens „de vader van het Amerikaanse kapitalisme” genoemd en terecht: weinigen hebben dit stelsel op zo intelligente wijze verdedigd als hij en de door hem gestelde richtlijnen worden in de V.S. nog steeds geëerbiedigd.

Toch stelde zijn latere politieke loopbaan wat teleur; zijn mededinger Jefferson streefde hem voorbij en werd in 1801 president; door zijn felle persoonlijke aanvallen vervreemdde Hamilton velen van zich; toen hij de staatsman Aaron Burr beledigd had, kwam het tot een duel dat vroegtijdig een eind aan zijn leven maakte. Zijn bekwaamheid is boven alle twijfel verheven; Talleyrand stelde hem boven Napoleon en Pitt; hij bezat een enorme kennis van geschiedenis en staatsinrichting, een helder oordeel, terwijl hij een brillant spreker en schrijver was; hij bezat verder een grote persoonlijke moed en was in alle opzichten een aristocraat, met zin voor decorum en voor goede manieren. Geen enkele van zijn tijdgenoten heeft zo sterk geappelleerd aan de belangstelling van het nageslacht als deze „meest romantische van alle Amerikaanse staatslieden”.

PROF. DR J. PRESSER

Lit.: A. H. Vandenberg, Al. H. The Greatest American (1924); Nathan Schachner, Al. H. (1946, verreweg het beste boek); Burton J.

Hendrick, Bulwark of the Republic. A Biography of the Constitution (1937); The Federalist, ed. Max Beloff (1948). De uitgave van H.’s,,Works” door J. C. Hamilton en H.

Cabot Lodge (12 dln, 1904) is niet helemaal bevredigend; Alex. Bein, Die Staatsidee A. H.s in ihrer Entstehung u. Entwicklung (1927); F. S. Oliver, Al.

H. (1906); Cl. G. Bowers, Jefferson and Hamilton (1925).

< >