Engels schrijver (Edinburgh 29 Oct. 1740 - 19 Mei 1795), studeerde te Oxford en te Utrecht in de rechten en ondernam in 1764 een reis door Duitsland, Zwitserland en Italië, terwijl hij ook Corsica bezocht. Zijn Account of Corsica and Memoirs of Pascal Paoli (Glasgow 1768) werd gaarne gelezen.
Daarna vestigde hij zich te Londen, werd er lid van een letterkundige club, opgericht door Samuel Johnson* (1773), en vergezelde deze op een reis naar Schotland en de Hebriden, welke hij in zijn Journal of a tour in the Hebrides with Johnson (London 1786) beschreef. Na de dood van zijn vriend stelde hij zich tot taak het schrijven van diens levensgeschiedenis en zijn Life of Johnson is een van de merkwaardigste biografieën geworden, die ooit geschreven zijn. Gedurende Johnson’s leven had hij de grote man jaren achtereen letterlijk op de voet gevolgd, ongevoelig voor diens spot en hoon. Van elk gesprek, waarbij Boswell tegenwoordig was, maakte hij onmiddellijk nauwkeurige aantekeningen, en Johnson hield van gesprekken, zowel in zijn club als daarbuiten. Het resultaat van deze waarneming en teboekstelling, die zich over een periode van ongeveer 20 jaren uitstrekten, was de onsterfelijke biografie, die in 1791 verscheen, na zeven jaren van geduldige arbeid, een geniaal portret van zulk een waarheidsgetrouwe uitvoerigheid dat het zijn weerga nauwelijks vindt en dat voor de Engelsman een volkomen levend boek is gebleven.Bibl.: De standaardeditie is die van Birkbeck Hill, herzien door I.. F. Powell, 6 dln (Oxford Univ. Press. 1934-1940). Verder: Letters of James Boswell, ed. Gh.
B. Tinker (1924), 2 dln (Clarendon Press.).
Lit.: F. A. Pottle, The Literary Career of J. B. (1929); P. Fitzgerald, Life of J. B., 2 vol. (1891); G.
B. Tinker and F. A. Pottle, A New Portrait of J. B. (1927).