(Lat.: Sontius) is een rivier die ontspringt aan de zuidelijke voet van de Julische Alpen in het Trentadal en stroomt ten O. van de Italiaans-Joegoslavische grens om even ten N. van Gorizia deze grens te passeren en dan verder door de vlakte van Friuli, waar zij de naam ontvangt van Sdobba te stromen en bij Monfalcone uit te monden in de Golf van Triëst. Hij heeft een lengte van 128 km en is alleen nabij de mond bevaarbaar.
Hij ontvangt links de Idria en de Vipacco (Wippach), rechts de Torre met de Natisone. De Isonzo is bekend door de veranderingen in zijn loop sedert de tijd der Romeinen. Toen was de Natisone een afzonderlijke rivier, welker bovenloop die van de tegenwoordige Isonzo was en die bij Aquilea (thans geen kuststad meer) uitmondde. Deze verloor in 585 door een bergstorting zijn bovenloop, die nu die van de Isonzo werd. De grote steenmassa’s, die de Isonzo voortaan met zich meevoerde, verstopten zijn onderaardse afvloeiing en veroorzaakten de vereniging met de Natisone. Sedert verlegde de Isonzo zijn mond steeds meer naar het O. en gebruikt thans de bedding van de Sdobba als benedenloop, terwijl de vroegere monding, de Natisso, thans een zelfstandig riviertje geworden is.De rivier was in Wereldoorlog I het toneel van de elf achtereenvolgende doorbraakpogingen van het Italiaanse leger naar het O., de zgn. Isonzoslagen. Na Wereldoorlog II werd bij het vredesverdrag van Italië met de Geallieerden van 1947 het gehele dal van de Isonzo ten N. van Gorizia aan Joegoslavië toegewezen.