(van Latijn afgeleid: drenken, bezwangeren) is het doen indringen of doordringen van bepaalde stoffen in garens, weefsels, papier, hout tot het verhogen van de gebruikswaarde dezer stoffen. Voor het stijven van weefsels, of buigzamer, soepeler maken of onbrandbaar maken, spreekt men van appreteren, voor het verduurzamen van hout spreekt men van houtconservering.
Het waterdicht maken van weefsels is verschillend, al naar het lucht- en waterdicht of poreus en waterdicht moet zijn.Bij lucht- en waterdicht-maken van weefsels verandert het aanzien van het weefsel geheel, doordat men een oppervlak krijgt van de poriënsluitende stof, bijv. linoleum, wasdoek, rubberlinnen, wagenzeil, waterslang, waterzak, luchtballonomhulsel. De op het weefsel aan te brengen stof wordt uit de hand aangebracht of ook machinaal door zgn. strijkmachines, waarbij men het weefsel over verschillende walsen laat lopen.
De grote hoeveelheid stoffen, aanbevolen voor het impregneren is hoofdzakelijk te verdelen in
1. oliën, vetten, harsen enz. (lijnolievernis is hiervan wel het meeste toegepast, harsen geven een meer glanzend, vemisachtig aanzien);
2. rubber getah pertja, balata enz., veelal wordt de rubber in de vorm van latex op het weefsel gebracht, waarna de rubber wordt gevulcaniseerd;
3. visceuze oplossingen (viscose, cellulose-acetaat, celluloid enz.);
4. lijm, caseïne, eiwit in de geharde, onoplosbaar gemaakte vorm;
5. asfalt, bitumen of teer, nadat het door verhitten op 300 gr. C. van lichte oliën is bevrijd.
Voor het poreus-waterdicht maken van weefsels onderscheidt men stoffen, die zelf waterafstotend zijn (vet, paraffine in benzol opgelost, waarbij de stof kan zijn opgelost, in emulsie, in gesmolten toestand of vast) en stoffen, die eenmaal op de vezel aangebracht veranderen in waterafstotende stoffen (hiertoe behoren azijnzure en mierenzure zouten van aluminium, al dan niet in verbinding met zeep).
Lit.: H. Pearson, Das Wasserdichtmachen von Textilien (vert. Dresden 1928); H. Walland, Wasch-, Bleich-, und Appreturmittel (Berlin 1925); E. Ristemport in Ullmann's Enzykl. d. techn. Chemie, VI, 2de dr., Berlin 1930); H.
P. Pearson, Waterproofing Textile Fabrics (New York 1932).