Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Impotentie

betekenis & definitie

is onvermogen van de man tot geslachtsgemeenschap. Dit onvermogen kan berusten op lichamelijke afwijkingen, stoornissen in het zenuwstelsel, in de stofwisseling, in de geslachtshormonen, in lichamelijke vermoeidheid en uitputting (in de hongerwinter 1944-1945 klaagden vele mannen over impotentie) en op psychische beïnvloeding van het geslachtsleven.

De psychische oorzaken van impotentie kunnen gelegen zijn in een tijdelijke indispositie, — dit komt welhaast bij alle mannen voor —, in morele conflicten: impotentie komt nog al eens voor, wanneer een jonge man voor het eerst met een prostituée gemeenschap zoekt, bij buitenechtelijke geslachtsgemeenschap (vgl. Goethe’s Tagebuch); bij sterke gebondenheid aan een andere vrouw. Deze vormen van impotentie worden waargenomen bij mannen, die overigens van een normale potentie hebben blijk gegeven. De oorzaken van impotentie sinds de jeugd liggen steeds dieper. Wanneer de patiënt wel normale erecties heeft en zich door masturbatie kan bevredigen, is de stoornis altijd van psychogene aard. Stoornissen in het normale beloop van de libido-organisatie staan hier bovenaan: onbewuste perversiteiten, niet overwonnen gebondenheid aan een van de ouders, of aan broers of zusters, angst voor de vrouw, angst voor beschadiging van het geslachtsdeel (ten onrechte castratie-angst genoemd) behoren tot de voorwaarden van impotentie. Ook machtsconflicten, afweer van de eigen passieve strevingen kunnen de normale overgave verhinderen.

De behandeling richt zich op de oorzaak. Is deze van lichamelijke aard, dan heeft de daarop gerichte behandeling soms succes. Is deze psychisch, dan is psychotherapie aangewezen. Deze heeft de beste kans van slagen, wanneer de impotentie niet van de jeugd af bestaan heeft. Deze laatste gevallen behoeven een diepgaande psychische behandeling. De psychoanalyse van Freud staat hier bovenaan. Het gelukt echter lang niet altijd het gewenste resultaat te bereiken.De term impotentie wordt alleen voor de mannelijke sexualiteit gebruikt. Bij de vrouw komen echter stoornissen in het geslachtsleven voor, die met impotentie te vergelijken zijn. Vaginismus, een kramp van de spieren in de vagina maakt geslachtsgemeenschap onmogelijk. Dit vaginisme kan zowel op lichamelijke als op psychische oorzaken berusten. Van frigiditeit wordt gesproken wanneer tijdens de sexuele gemeenschap bij de vrouw het hartstochtelijke gevoel en het hoogtepunt daarvan, het orgasme wegblijft of onvoldoende is. Voor ongeveer vijftig jaar werd deze frigiditeit van de vrouw door velen als normaal beschouwd. Thans wordt algemeen aangenomen, dat frigiditeit een stoornis is.

Het verschijnsel kan tal van oorzaken hebben: een niet geliefde partner, onbewuste nawerking van vroegere bindingen, verwerping en (of) verdringing van de sexueel-zinnelijke gevoelens en andere neurotische verwikkelingen, verzet tegen het „vrouw”-zijn, lang doorgevoerde masturbatie. Minstens zo veelvuldig ligt de oorzaak in de houding van de partner. Een oorzaak kan ook liggen in een onvoldoende „voorspel”, hetzij door ongeduld van de man, hetzij door geremdheid of onhandigheid, hetzij door een ejaculatio praecox. Te weinig wordt gedacht aan het verschil in tempo tussen man en vrouw. Het kan ook zijn, dat de man juist wanneer de vrouw vermoeid is sexuele gemeenschap zoekt.

Naast al deze psychische invloeden spelen ook lichamelijke factoren een rol. Wanneer de maximale prikkelbaarheid van de vrouw in de clitoris gelegen is en de zone van prikkelbaarheid zich niet naar de vaginawand uitbreidt, werkt dit volkomen bevrediging en het bereiken van orgasme tegen. Dat allerlei ziektetoestanden tot frigiditeit aanleiding kunnen geven is begrijpelijk. Stoornissen in de functie van de klieren met inwendige afscheiding staan hier bovenaan. Of er frigiditeit bestaat, die alleen berust op een zgn. koele natuur is een open vraag. Menige vrouw neemt het haar man kwalijk, dat hij niet in staat is haar orgasme op te wekken.

Dit kan zich uiten in tal van kleine geprikkeldheden en agressieve uitingen. Menige man neemt zijn vrouw haar „koelheid” kwalijk ook al is hij daar zelf de schuld van. Men vergete niet, dat in een dergelijk huwelijk de beide partners onbevredigd zijn, wat tot moeilijkheden aanleiding geven kan. Doet het verschijnsel zich langdurig voor, dan is het juist een arts te raadplegen. De behandeling heeft zich te richten op een eventueel bestaande ziektetoestand, op een zorgvuldig nagaan van de huwelijksverhouding en van de persoonlijkheden van beide partners. In vele gevallen zal een diepgaande psycho-therapie, eventueel psychoanalyse noodzakelijk zijn. De resultaten van deze vorm van psychotherapie zijn bij deze toestanden dikwijls zeer bevredigend,

PROF. DR H. G. RÜMKE.

< >