Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ASFALT

betekenis & definitie

(aardhars, aardpek, bergpek) is een natuurlijk of kunstmatig mengsel, waarvan asfaltbitumen innig is vermengd met inert steenachtig materiaal. Het natuurlijk mengsel van die naam is een verdampings- en oxydatie-product van aardolie met asfaltbasis, waarin behalve koolstof, waterstof en zuurstof, ook zwavel optreedt; het behoort tot de bitumineuze stoffen (z bitumen).

Een grens tussen dikke aardolie met asfaltbasis en asfalt zelf kan niet getrokken worden. Bij lage temperatuur, bijv. 10 gr. C. is asfalt vast en heeft dan een schelpvormige breuk, bij hogere temperatuur, bijv. 25 gr. C. is hetzelfde asfalt zeer dikvloeibaar en bij 70-110 gr. vloeibaar. De kleur is donkerbruin tot zwart, het soortelijk gewicht schommelt tussen 1 en 1,2. Asfalt staat dus in genetisch verband met aardolie en is over de gehele aarde verspreid; bekend zijn o.m. het asfaltmeer op Trinidad, de asfaltkalksteen van het Val de Travers (Zwitserland), terwijl voorts belangrijke vindplaatsen liggen in de V.S., op het eiland Boeton bij Celebes, op Sicilië (het zgn. rotsasfalt), bij Seysselen Lobsann in Frankrijk en bij Vorwohle in Duitsland.De diverse asfaltsoorten zijn, met uitzondering van Trinidad-asfalt, ter plaatse ontstaan, op Boeton bijv. uit globigerinenslik, waarbij de organische bestanddelen in asfaltbitumen zijn omgezet, terwijl de schelpjes het anorganische gedeelte vormen. Het Trinidad-asfalt stroomt onder in een meer, waar het zich vermengt met water en slik: de productie van asfalt door uithakken uit het gestolde meer wordt hier door nieuwe toevoer gedeeltelijk goedgemaakt.

Geschiedenis

De toepassingen van asfalt als bouwspecie om stenen met elkaar te verbinden en om schepen waterdicht te maken door de naden met asfalt dicht te smeren, gaan tot zeer ver in het verleden terug; het woord asfalt is van Babylonische oorsprong. De oudste toepassingen (3500-3000 v. Chr.) staan op naam van de Sumeriërs (tempel van Ur) en van de pre-Arische bewoners van het Indusdal (opgravingen van Mohenjo-Daro). Onder Nebukadnezar beleeft asfalt een tijdperk van grote bloei; in de Bijbel wordt herhaaldelijk van asfalt gewag gemaakt o.a. voor het dichten van de ark van Noach (Genesis 6 : 14). In de Romeinse tijd raakt asfalt op de achtergrond, daar de Romeinen meer belangstelling hadden voor de hydraulische bindmiddelen. In de middeleeuwen wordt het zelfs geheel vergeten, uitgezonderd voor medische toepassingen.

Eerst in de 18de eeuw wordt het weer van belang door de ontdekking van de asfaltmijnen van Val de Travers door den Grieksen arts Eyrinis d’Eyrinis. Geleidelijk herneemt asfalt dan zijn plaats in de techniek; in de 20ste eeuw ontstaat vooral door de snelle ontwikkeling van het verkeer een grote vraag naar asfalt, waarvoor in hoofdzaak de kunstmatige asfaltmengsels gebruikt worden.

Toepassingen (voor de kunstmatige mengsels z asfalt, asfaltbitumen). Natuurlijk asfalt wordt voor dezelfde toepassingen als de kunstmatige mengsels gebruikt, doch het rotsasfalt meer voor bijzondere doeleinden. Vroeger werd het hoofdzakelijk als stampasfalt in de grote steden gebruikt; deze constructie heeft plaats gemaakt voor het stroevere giet- of strijkasfalt. Asfaltwegen onderscheiden zich van de vroeger gangbare constructies, als kei- en steenslagwegen vooral door de betere vlakheid, geluiddemping en door de lange levensduur; zij hebben bovendien het voordeel gemakkelijk hersteld te kunnen worden, terwijl de stroefheid van de moderne asfaltconstructies aan hoge eisen voldoet (z kunstweg).

DR IR F. J. NELLENSTEYN

Asfalt schijnt ook vroeger in de schilderkunst gebruikt te zijn geweest. Carel van Mander noemt het in zijn Schilderboeck van 1604 (einde 12de kapittel). In de romantische periode der vorige eeuw wordt het zeer ruim toegepast. Het geeft een zeer goede glaceerverf; droogt slecht indien het in dikke lagen wordt opgezet. Vermengd met siccatief ontstaan barsten en scheuren.

Asfaltbitumen is natuurlijke bitumen of bitumen, bereid uit natuurlijke koolwaterstoffen of uit derivaten hiervan door destillatie, oxydatie of kraken; het is vast of dik vloeibaar, met een laag gehalte aan vluchtige producten, met karakteristieke eigenschappen als bindmiddel. Het behoort tot de colloiden en wel tot de oleosolen. Het bevat koolstof als kernen, die door middel van beschermende lichamen in oplossing worden gehouden in een olieachtig medium. De koolstofkernen geven het product de zwarte kleur.

Het grootste gedeelte van het in de techniek gebruikte asfaltbitumen is afkomstig van ruwe aardolie, waaruit het als destillatieresidu of door oxydatie verkregen wordt. Een natuurlijk asfaltbitumen vindt men in Venezuela (Bermudez); de zeer harde soorten noemt men asfaltieten, waarvan het in de V.S. voorkomende, in de lakindustrie veel gebruikte Gilsoniet de voornaamste vertegenwoordiger is. De jaarlijkse productie bedroeg in de laatste jaren voor de oorlog ongeveer 5 000 000 ton. Het wordt voor ongeveer 75 pct gebruikt in de wegenbouw (als oppervlakte-behandeling van steenslagwegen verder gemengd met steenslag, zand en fijne steenpoeders tot asfaltmortel, asfaltbeton enz.), voorts als isolatiemateriaal, dakbedekking, verf en ook in de waterbouwkunde.

De toepassing als bindmiddel berust in hoofdzaak op het feit, dat asfaltbitumen bij hoge temperatuur dun vloeibaar wordt en bij afkoeling sterk bindende eigenschappen krijgt. Het heeft een gering geleidingsvermogen voor warmte en electriciteit, verder is het chemisch weinig aantastbaar; door al deze eigenschappen heeft het product uitgebreide toepassingsmogelijkheden.

DR IR F. J. NELLENSTEYN

Asfaltkalksteen

Indien kalksteen en dolomiet poreus zijn, kunnen zij met aardolie geïmpregneerd zijn. Door verdamping en oxydatie kan de aardolie daarna in asfalt veranderen en ontstaan asfalt-kalksteen en asfalt-dolomiet. In Europa is vooral bekend de asfalt-kalksteen van het Val de Travers in de Zwitserse Jura (z asfalt). Die asfaltkalksteen behoort tot het boven krijt (Urgoon). Door de innige vermenging van kalksteen (CaCO3) met asfalt, levert deze asfalt-kalksteen in gemalen toestand een goed wegbedekkingsmateriaal, dat reeds lang in de grote steden gebruikt werd, voordat de asfaltwegen algemene betekenis kregen.

Asfaltmastiek

wordt gemaakt uit gemalen asfaltsteen en goudron. Deze bestanddelen worden zodanig gemengd, dat het product 15-21 pct bitumineuze stoffen bevat. Het wordt vnl. gebruikt voor het maken van het wegdek op straten, buitenwegen, voetpaden, spoorwegperrons en fabrieksvloeren, omdat men op deze manier stroeve (niet gladde) wegdekken en vloeren verkrijgt.

Asfaltpapier

wordt gemaakt uit poreus, dus ongelijmd en ongevuld bordpapier, dat gedrenkt wordt in teer of in gesmolten asfalt, daarna met zand of fijn grint bestrooid om het vastplakken te verhinderen, afgekoeld of gedroogd en op rollen gebracht. De beste kwaliteit van het bordpapier wordt van wolvezels gemaakt, voor de goedkopere soorten gebruikt men plantaardige vezels, zoals houtstof of oud papier. Vnl. gebruikt voor dakbedekking. Dunnere soorten als vochtwerend verpakkingsmateriaal.

< >