Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

I (letter)

betekenis & definitie

is de negende letter van ons alphabet. Het is de Latijnse I, die in het Latijnse alphabet eveneens de negende letter is.

De Romeinen hebben deze letter aan de Griekse I (iota) ontleend, terwijl de Grieken het teken aan de Phoenicische I (zaïn) ontleend hebben. In het Griekse en Hebreeuwse alphabet is het de tiende letter. Bij de Phoeniciërs had het teken I de waarde van een consonant; de Grieken hebben het de waarde van een vocaal gegeven, i is ontleend aan het Karolingische minuskelschrift (t). (z A). De punt boven de i is in de 14de eeuw ontstaan en wel uit een accent, dat ongeveer sedert de 12de eeuw ter verduidelijking op dit letterteken geplaatst werd, als het naast een andere i of een u stond.De i wordt met een naar het harde verhemelte gebogen tong, voor in de mond gevormd. Het is een palatale klinker, die dikwijls een palataliserende invloed op een naburige velare medeklinker heeft, zoals duidelijk uitkomt in de uitspraak van de c en de g voor i in de Romaanse talen. In het Grieks en Latijn gaf de i ook de spirans weer, die wij door j voorstellen en welk teken pas later in gebruik gekomen is. (z J). In het Nederlands heeft het teken i een dubbele waarde, nl. die van de klinker van pit en die van piet, welke klinkers alleen in openingsgraad verschillen; bij de i bevindt de tongboog zich op iets grotere afstand van het verhemelte dan bij de ie.

Als cijfer betekent i bij de Grieken het getal 9 en bij de Romeinen I het getal 1. Als muntteken op de oude Franse munten beduidt een I Limoges, op nieuwe Duitse Hamburg.

Typografisch heeft de i de hoofdvormen:

i (Gotisch), Ii (Mediaeval), Ii (Bodoni), Ii (Egyptienne), I i (Schreefloos).

Afkortingen:

I. =
Imperator (keizer),

ib., ibid, ibidem = op dezelfde plaats,

i. b. d. = in buitengewone dienst.

I. C. = Julius Caesar; Indisch courant (geldwezen),

i. c. = in casu (in dit geval),

I. C. N. = In Christi nomine (In Christus’ naam);

id. = Idem (hetzelfde);

I. D. A. = Immortalis Dei auspicio of aixilio (onder bescherming of met behulp van de onsterfelijke God);

i. e. = id est (dat is);

i.f = ipse fecit (hij zelf heeft het gedaan);

I. H. S. = (voor het Griekse I. H. Σ.) de drie eerste letters van Jezus’ naam, met verschillende betekenissen, zoals Jesus Hominum Salvator (Jezus, de redder der mensen), Jesus Hortator Sanctorum (Jezus de vermaner der Heiligen) en In Hoe Salus (Hierin is heil),

i. m. = in margine (op de rand)

Inc. = incorporated (achter een N.V. in de V.S.);

incl. = inclusief (met inbegrip van);

inl. = inliggend;

I. N. D. (C.) = In nomine Dei (Christi) (in naam Gods of des Heren Christus);

inf. = Infra (beneden, verder in het boek);

I. N. J. = In nomine Jesu ( = in Jezus’ naam);

I. N. R. I. = Jezus Nazaraeus Rex Judaeorum (= Jezus uit Nazareth, de koning der Joden) of volgens de Carbonari: Iustum necare reges Italiae (het is rechtvaardig de koningen van Italië te doden);

I. N. S. T. = In nomine Sanctae Trinitatis, (in naam der H. Drieëenheid);

I. O. O. F. = Independent order of Odd Fellows;

i. p. i. = in partibus infidelium (= in het gebied der ongelovigen);

i. q. = id quod (dat wat,); i. q. e. d. = id quod erat demonstrandum (wat te bewijzen was);

I. R. = Imperator Rex (keizer en koning);

ir = ingenieur;

it. = item (eveneens);

i.v. = in voce (op dat woord);

I. V. = Irrtümer vorbehalten (vergissingen voorbehouden);

I. U. D. = Juris Utriusque doctor (doctor in de beide rechten).

< >