(spreek uit: Hok’sai), Japans schilder en tekenaar voor kleurendrukken (Edo, 21 Oct. 1760 - Tôkyô, 10 Mei 1849), heette eigenlijk Kawamoera Tokoetarô. Als aangenomen zoon van Nakadzjima Ise noemde hij zich Nakadzjima Tetsoerô, welke naam hij later meermalen door andere zou vervangen.
Opgevoed in artistiek milieu en in de leer gedaan bij een houtgraveur, gaf hij reeds jong blijk van zijn aanleg voor het tekenen. In het bloeiende schildersatelier van Katsoegawa Sjoensjô leerde hij het tekenen voor de houtsnede volgens de regels van de Oekiyo-e school, doch hij beperkte zich niet tot de nauwe grenzen van Sjoensjô’s acteursportretten, want zijn werk van die periode toont evenzeer de invloed van Kiyonaga en Sjigemasa, terwijl ook de experimenten in de Hollandse perspectief van Toyoharoe zijn volle belangstelling hebben. Er bestond echter naast die van de Ukiyo-e een andere traditie van tekenen voor de houtsnede, ontleend aan Chinese tekenleerboeken, waarin het landschap wordt behandeld. De oudere meesters wier werk op deze wijze werd uitgevoerd waren in de Kanô-school verenigd, maar Hokoesai voelde zich meer aangetrokken tot de nieuwe, meer impressionnistische en naturalistische schilders. Hoewel hij zijn weg naar de grote kunst van China had gevonden, behield hij zijn eigen inslag, zijn menselijkheid, zijn gevoel voor humor, voor het alledaagse, zodat zijn inzicht in het aandeel van de mens in de natuur in volle omvang in zijn werk tot uitdrukking begint te komen. En ten slotte schenkt hij de mensheid na zijn Mangwa — het notitieboek van zijn meest vitale gedachten en de vruchtbaarheid van zijn invallen — de 36 Gezichten op de berg Fuji, waaraan hij gedurende zes jaar arbeidde.Meer dan 60 jaar sedert de komst van Hokoesai’s houtsneden in Europa heeft hij de geest van kunstenaars en kunstcritici beziggehouden. De eerste uitgebreide beschrijving van zijn leven en werk van de hand van Edmond de Goncourt verscheen uit het einde der vorige eeuw.
PROF. DR C. C. KRIEGER
Lit.: E. de Goncourt, H. (Paris 1895); G. J. Holmes, H. (London 1900, The Artist’s Library no 1); E. F. Strange, H. (London 1906); Idem, Japanese Colourprints (London 1908); F. Perzynski, H. (Bielefeld 1908); H.
Focillon, H. (Paris 1914); Y. Noguchi, H. (London 1925); J. Kurth, Gesch. d. Japan. Holzschnitte (3 dln, Leipzig 1925); N. Muneshize, Hokusairon (Tokyo 1940); H. cat. tent.
Sted. Museum Amsterdam (1949).