behoren tot de Cook-Eilanden* en zijn van belang om hun voortbrengselen van primitieve kunst, vnl. bijlen. Deze hebben een stenen kling en meestal een zo uitvoerig bewerkte steel, dat zij als werktuig niet meer te gebruiken zijn.
Dergelijke, vrij veel in museumverzamelingen voorkomende bijlen zijn echter niet afkomstig van het tot de Cook-groep behorende eiland Hervey (Manuae), doch uitsluitend van het eveneens tot die groep behorende Mangai. De oorspronkelijke functie was die van waardigheidsteken (bijlen met korte, dunne, slechts weinig bewerkte stelen), dan wel waren zij symbool van een godheid (bijlen met dunne, soms meer dan 2 m lange, uitvoerig bewerkte stelen). Sinds echter na 1823, door toedoen van zendelingen van de London Missionary Society, de bevolking gekerstend werd, verloren de bijlen haar functie, en werden verder alleen nog maar gemaakt voor verkoop aan verzamelaars. De vorm werd mettertijd hoe langer hoe fantastischer (korte, overmatig dikke steel, hol en geheel versierd met open snijwerk, en meestal in de vorm van een pyramide-achtig voetstuk). Zij zijn een typisch voorbeeld van de verwording die meestal optreedt wanneer de inheemse kunstenaar voor de Europese markt gaat werken. Van de oude exemplaren van voor of vlak na de komst van de zendelingen zijn slechts enkele exemplaren bewaard gebleven,A. A. GERBRANDS
Lit.: E. S. Dodge, The Hervey Islands Axes in the Peabody Museum of Salem (Salem, Massachusetts, 1937); Te Rangi Hiroa (Peter H. Buck), Arts and Crafts of the Cook Islands, Bernice P. Bishop Museum, Buil. 179 (Honolulu, Hawaii, 1944); P. Hinderling, Über steinzeitl.
Beile d. Südsee, diss. Basel (1949).