Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HERVORMD GEREFORM. STAATSPARTIJ

betekenis & definitie

werd in 1921 opgericht ten gevolge van de verontrusting in Protestantse kringen over de steeds sneller toenemende verroomsing van het volksleven in al zijn uitingen, welke in sterke mate bevorderd werd door de toen op staatkundig gebied heersende „coalitie” tussen Protestanten en Rooms-Katholieke partijen. Zij stond critisch tegenover het Neocalvinisme van dr A.

Kuyper, waaruit de A.R. partij leeft, en tegenover de C.H. Unie.Binnen haar kring werden gevonden de volgelingen van ds Ph. Hoedemaker* en dr Kohlbrugge*. De Belijdenis der Ned. Herv. Kerk werd door hen van ganser harte onderschreven en op politiek gebied werd vooral nadruk gelegd op art. 36 van die Belijdenis, dat handelt over het ambt der Overheid. De statuten vermeldden in art. 2, dat de partij „in overeenstemming met art. 36 der N.G.B. het Hervormd karakter van de Nederlandsche natie wil handhaven en tot zijn recht doen komen in de Grondwet”.

In 1922 kwam men zonder resultaat uit bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In 1925 werd als Kamerlid gekozen ds C. A. Lingbeek, destijds predikant te Reitsum, redacteur van De Gereformeerde Kerk, het blad van wijlen dr Hoedemaker. In 1929 werd ds Lingbeek herkozen, doch hij trad in 1932 af en werd vervangen door de heer B. Peereboom.

In 1933 werd ds Lingbeek nog eens gekozen. In bezettingstijd werden partij en weekblad opgeheven. Na de bevrijding werd zij niet in haar oude vorm hersteld, doch werden haar aanhangers grotendeels opgevangen in de in 1946 opgerichte Protestantsche* Unie.

< >