Vlaams staatsman (Antwerpen 30 Mrt 1889 - Berchem 12 Mei 1952), behaalde, na onderbroken historische studies aan de Gentse Universiteit, het licentiaat in de sociale en economische wetenschappen te Brussel, waar hij leerling was van Waxweiler.
Tijdens Wereldoorlog I was hij lid van de activistische Raad van Vlaanderen en van de Commissie voor Arbeid en Sociale Voorzorg. Na de oorlog liep hij hiervoor een veroordeling tot drie jaar gevangenis op (Apr. 1920). Hij werkte mee aan het tijdschrift De Stroom (1918) en aan Ruimte (ig20-2i). Begin 1922 werd hij hoofdredacteur van De Ploeg, Nationalistisch Weekblad, dat De Stormram voortzette.
Op 5 Apr. 1925 werd hij tot Vlaams-nationalistisch volksvertegenwoordiger voor Antwerpen verkozen, welk mandaat in 1929 werd vernieuwd (tot 1932).
Hij was een der markantste woordvoerders van het Vlaams-nationalisme in de Kamer der Volksvertegenwoordigers, waar hij in Apr. 1931 zijn wetsontwerp tot federale inrichting van België neerlegde.
Steeds waren zijn opvattingen sterk van een sociale geest doordrongen. Toen in 1933, na het Verdinaso, het V.N.V. het grootste deel der nationalistische troepen in „nationaal-solidaristische” richting leidde, kwam het tot een breuk met het nationalisme, waarbij hij in Nov. 1933 ontslag nam als hoofdredacteur van het dagblad De Schelde en toetrad tot de Belgische Werkliedenpartij. Van Juni 1936 af werd hij senator en hetzelfde jaar medewerker aan De Volksgazet, waarvan hij redacteur buitenland werd. Hij behoorde tot de redactieraad van het Vlaams socialistisch tijdschrift Leiding (1939-1940).
Na Wereldoorlog II werd hij achtereenvolgens minister van Openbare Werken (26 Sept. 1944 31 Mrt 1946) en van Openbaar Onderwijs (tot 20 Mrt 1947). Hij maakte deel uit van de politieke afdeling van het Centrum voor de Nationale Oplossing van de Vlaams-Waalse Vraagstukken, opgericht in Mei 1948.
DR W. VAN DEN STEENE
Bibl.: Het debat Blavier-Vos te Leuven (Antwerpen 1923); Het debat Vos-Rubbens te Leuven (Antwerpen 1924); 1930: Vlaanderen’s behoefte aan zelfbestuur, in Noord-Ned. tijdschr. Leiding, I, 1930, 2de dl, blz. 29-46; Vlaanderen’s maatsch. ontwikkeling in het licht van zijn econom. geschiedenis, in: Vlaanderen door de eeuwen heen o.l.v. J. Denucé (Amsterdam - Brussel 1932), dl II, blz. 339-368; Het debat Vos-Rubbens gehouden te Leuven op 12 Nov. 1931 (Berchem 1932); Willem de Zwijger (Antwerpen 1933, met R. van Roosbroeck); De Vlaamsche beweging in haar hist. ontwikkeling, in: De Lage Landen bij de Zee van J. Romein (Utrecht 1934), blz. 659-680; Het Plan van den Arbeid en de Pauselijke encycliek Quadragesimo Anno (Brussel 1934); De huidige stand van het Vlaamsche vraagstuk (Brussel 1936).
Lit.: P. Geyl, Herman Vos betekenis voor de Vlaamse Beweging, in Nieuw VI. Tijdschr., VII, 1953, blz. 673-687; A. de Vries, H. V., sociaal denker en mens, ibid. blz. 688-699.