Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Berchem

betekenis & definitie

(1) is de Z.O. voorstad van Antwerpen en gedeeltelijk mee door de stadsvestingen omgeven. Het ligt op vlakke leem- en zandbodem (579 ha); moesteelt.

Metaal-, bouw-, textiel-, voedings-, transport- e.a. industrie. Inw. (1945): 45 997- In de middeleeuwen speelden de heren van Berchem een voorname rol in het hertogdom Brabant. Ten tijde van Antwerpens bloei, 16de eeuw, telde het ongeveer 500 huizen; maar het beleg der stad, in i584/’85, bracht het dorp ten onder. In 1830 werd hier een gevecht geleverd tussen Belgen en Hollanders, waarbij graaf Frederik de Merode dodelijk werd gekwetst; hij heeft te Berchem zijn graf en een monument. De St Willibrorduskerk, vernield in 1584, werd herbouwd in 1610 en vergroot in de 19de eeuw. Zij bevat het marmeren grafmonument van den laatste der Berchems.

Basiliek van het H. Hart. Kastelen van Posthof (16de eeuw) en Pulhof. Laboratorium voor hydraulische onderzoekingen.Lit.: Stockmans, Gesch. der gem. B. (Antwerpen 1886); Vonck, Geschiedk. wandelingen in de gemeente B. (Antwerpen 1901); Versteylen en Vonck, De straten van B. (Berchem 1918).

(2) is een gemeente in Oost-Vlaanderen, aan de Schelde, op golvende klei- en zandbodem (643 ha); weiden, veeteelt, landbouw, linnen- en cichoreifabrieken. Inw. (1945): 2428. De Gothische kerk, deels van de 14de-16de eeuw, werd verwoest tijdens de godsdiensttroebelen en opnieuw in 1918.

Lit.: De Potter en Broeckaert, B. (Gent 1905).

(3), Groot- en /f/em-Berchem, zijn gehuchten in de gemeente Ulestraten in Nederlands Limburg.

< >