Duits wiskundige en filosoof (Elmshorn 9 Nov. 1885), was van 1913-1930 hoogleraar in de wiskunde aan de Technische Hochschule te Zürich en van 1930-1933 te Göttingen; sedert is hij verbonden geweest aan het Institute for Advanced Study, Princeton, New Jersey. Vooral op het gebied der analytische getallen- en groepentheorie en op dat der affiene en der projectieve differentiaalmeetkunde (door hem toegepast op de relativiteitstheorie) heeft hij baanbrekend werk verricht, terwijl ook vele zijner geschriften voor de filosofie der wiskunde van grote betekenis zijn.
Bibl.: Das Kontinuum (1918); Raum, Zeit, Materie (1918; 5de dr., 1923) ; Mathematische Analyse des Raumproblems (1923) ; Philosophy of Mathematics and Natural Science (Princeton 1949).