Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HERDERSHONDEN

betekenis & definitie

Hiertoe behoren drie groepen:

A. De oudste is die der berghonden, welke de kudde tegen twee- en vierbenige rovers verdedigen. Zij zijn thans in Europa slechts nog daar werkzaam, waar wolf of los voorkomt. Het zijn langharige, lichte doggen, hetzij met gladbehaarde, hetzij met langbehaarde snuit. De kleur is doorgaans effen wit. Voorbeelden: de Pyreneese berghond in Frankrijk, die der Abruzzen en die der Maremmen in Italië, de komondor en de kuvasz (die echter uitsluitend waakhond is geworden) in Hongarije.
B. De tegenwoordig als herders- of schepershond bekende is de ordebewaarder; hij staat de herder of scheper bij in het bijeenhouden en verplaatsen der kudde en belet, dat de schapen op voor hen verboden terrein afdwalen.
C. De veedrijvershonden (z koehond, Vlaamse). Ook de Zwitserse sennenhonden en de Duitse rottweiler zijn veedrijvershonden.

De Hollandse herdershond behoort met de Belgische en de Duitse tot de groep, die door zijn puntig toelopende snuit en staande oren de meeste gelijkenis met de wolf en jakhals heeft behouden. Door kruising met de Duitse herdershond had de kortharige vaak een te forse romp en te grote, zware oren gekregen. Deze fouten worden thans weggefokt. De schofthoogte is voor de reu 58-63 cm. De kortharige is het talrijkst, doch ook de ruwharige heeft zijn vrienden. De langharige dreigde uit te sterven, doch wordt thans gefokt op licht werktype, hoogte reu 55 cm.

De Belgische herdershond is een sterke, maar toch slanke hond van ca 60 cm schofthoogte. Men onderscheidt kort-, ruw- en langharige en daarin weer kleuren, waarvan de vertegenwoordigers wel naar steden of dorpen worden genoemd. Zo spreekt men van Mechelse, wanneer men de zwartgevlamde rosse kortharige bedoelt, van Laekense voor de rosse ruwharige, van Groenendaeler voor de zwarte en van Tervuerense voor de zwartgevlamde rosse langharige. De Laekense is in zijn eigen land niet talrijk meer, maar in Nederland zeer gewild door wie scherpe honden voor manwerk wensen.

Reeds in 1786 gebruikten de nachtwachten van de stad Leuven herdershonden bij hun ronden. Ook vond de eerste wedstrijd voor politiehonden in België plaats, in 1903. Het Mechelse was toen het meest gebruikte ras voor politiedienst en tot in de V.S. daarvoor vermaard.

De tegenwoordige Duitse herdershond, van de raspunten en de tentoonstellingen, is gefokt uit enige der ca 1900 in Duitsland werkende slagen. Hij wijkt daar thans sterk van af door een grotere schofthoogte (60 tot 65 cm voor de reu), zwaarder hoofd, machtiger, stijvere romp en wolvengang. Hij is gebouwd op lange draf. Het ras wordt door de S.V. (Duitse rasvereniging) en de bij haar aangesloten verenigingen in andere landen zo krachtig gepropageerd voor politie- en legerdienst en als huishond, dat het na 1918 spoedig in de gehele wereld tot moderas is opgevoerd. Dit geldt uitsluitend voor de kortharige. De ruwharige is vrijwel verdwenen. De langharige werkt nog in Zuid- en Oost-Duitsland en behoort tot het andere slag herdershond, nl. tot de afstammelingen der berghonden (zie hiervoor).

p. M. C. TOEPOEL

< >