Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

HASDRUBAL

betekenis & definitie

naam van verschillende Carthaagse veldheren, o.a.:

Hasdrubal, zwager van Hannibal*, die van Hamilcar’s dood in 228 v. Chr. tot 221, toen hij vermoord werd, het Carthaagse opperbevel in Spanje had; hij werd door Hannibal opgevolgd. In 226 had hij met Rome het zgn. Ebro-verdrag gesloten, waarbij deze rivier de grens werd tussen de Romeinse en Carthaagse invloedssferen.

Lit.: O. Meltzer, Gesch. d. Karthager II (1896), 396-417; St. Gsell, Hist.-anc. de 1’Afrique du Nord (1920) II 255-458; III 125-136 passim.

Hasdrubal, zoon van Hamilcar Barcas en broeder van Hannibal, voerde vanaf 1218 v. Chr. in Spanje oorlog tegen Publius en Gnaeus Cornelius Scipio; dezen verhinderden hem door hun overwinning bij de Ebro zijn broeder naar Italië te volgen. Nadat hij in 213 tegen Syphax in Afrika gevochten had, keerde hij in 212 naar Spanje terug en overwon er de twee Romeinse veldheren, die sneuvelden; maar hij werd in 208 bij Baecula overwonnen door Publius Cornelius Scipio (Africanus). Niettemin kon Hasdrubal naar Italië trekken, zodat hij Umbrië bereikte. Doch voordat hij zich met zijn broeder Hannibal verenigen kon, werd hij in 207 door Gaius Claudius Nero en Marcus Livius Salinator bij de Metaurus verslagen. Een groot deel van zijn leger en hij zelf, sneuvelde.

Lit.: K. Lehmann, Die Angriffe der drei Barkiden auf Italien, (1905), p. 190-283; O. Meltzer-U. Kahrstedt, Gesch. d. Karth. II (1896), 447 vlg., III (1913), 369-528; St. Gsell, Hist. anc. de 1’Afr. du Nord (1920), II 226-451; III 131-168 passim.

Hasdrubal, zoon van Gisgo, in de Tweede Punische Oorlog (218-201 v. Chr.) in Spanje en Afrika een aanvoerder van het Carthaagse leger. In 208 kreeg hij het opperbevel in Spanje. Hij werd na vele gevechten ten slotte in Afrika door Scipio Africanus verslagen, waarna hij een eind aan zijn leven maakte (203 v. Chr.).

Lit.: O. Meltzer-U. Kahrstedt, Gesch. d. Karth. III (1913), 495-558; St. Gsell, Hist. anc. de PAfr. du Nord (1920), II 267-406, III 166-250 passim, IV 441.

Hasdrubal, Carthaags veldheer (gest. 146 v. Chr.), versloeg in de Derde Punische Oorlog (149146 v. Chr.) de Romeinse consul Manius Manilius in 149 tot tweemaal toe, bood de jongere Scipio, toen deze Carthago belegerde, hardnekkig tegenstand en trok zich, toen de stad ingenomen was (146), in de tempel van Aesculapius terug. Toen hij ook hier aangevallen werd, gaf hij zich over. Zijn vrouw echter doodde haar kinderen en stortte zich daarna met de overigen in de vlammen van de door hen in brand gestoken tempel. Hasdrubal overleed als gevangene in Italië.

Lit.: O. Meltzer-U. Kahrstedt, Gesch. d. Karth. 111 (1913), 639-661; St. Gsell, Hist. anc. de PAfr. du Nord (1920), II 283421; III 323-405 passim.

< >