naam van verschillende beroemde Carthagers. Tot dezen behoren inzonderheid:
Hamilcar, zoon van Mago, die in 480 v. Chr. in de slag bij Himera tegen Gelon sneuvelde.
Hamilcar, zoon van Gisgo, streed tegen Agathokles* en werd in 309 gedood.
Hamilcar Barcas, vader van Hannibal, werd in 247 v. Chr. opperbevelhebber der Carthagers in de Eerste Punische Oorlog en verschanste zich op de berg Heirkte bij Panormus (Palermo), vanwaar hij zowel het Sicilische binnenland als de kust van Italië bedreigde. Hier hield hij zich 3 jaar staande tegen de Romeinen, nam in de door hem veroverde stad Eryx tussen twee Romeinse legers een versterkte positie in en hield de strijd onbeslist tot 241, toen de overwinning ter zee van C. Lutatius Catulus bij de Aegatische Eilanden hem van alle aanvoer beroofde, zodat hij genoodzaakt was vrede te sluiten. Na zijn terugkeer redde hij zijn vaderland, doordat hij de huursoldaten, die tegen Carthago waren opgestaan, na een oorlog van 3 jaar de nederlaag toebracht. Om aan zijn land nieuwe hulpbronnen te verschaffen, bracht hij in 237 zijn troepen naar Spanje, waarvan hij een belangrijk gedeelte in het Zuiden veroverde; hij sneuvelde in 228. Hijzelf en zijn geslacht (de Barciden) waren Rome zeer vijandig.
Lit.: C. A. Julien, Histoire de l’Afrique du Nord (1931); O. Meltzer, Gesch. d. Karthager (3 dln, 1879-1913); S. Gsell, Histoire ancienne de l’Afrique du Nord, I-IV (1913-’20).