(1), countyborough in het Engelse graafschap York (West-Riding), ligt in een nauwe dalkloof van de Hebble of van de oostelijke arm van de Galder, met een viaduct van 180 m en telt (1948) 96 760 inw. De stad heeft nauwe straten, maar fraaie gebouwen, waaronder een kerk in Gothische stijl (van 1859), een lakenhal (uit 1779) en een stadhuis uit 1669.
Hoofdbestaansmiddel is de wollenstoffenindustrie, die reeds in de 18de eeuw belangrijk was en thans aan ca. 30 pet van de bevolking werk geeft. Verder vervaardigt men er overal katoenen stoffen, kunstzijden stoffen, tapijten, textielmachines, chemicaliën en schoenen. In de nabijheid zijn steenkolenmijnen en leisteengroeven. Halifax heeft kanalen spoorwegverbindingen met Hull, Manchester, Liverpool, Lancaster, Leeds enz.(2), hoofdstad van de Canadese provincie Nieuw-Schotland (Nova Scotia), ligt op 44° 38' N.Br. en 63° 35' W.L.v.Gr. aan de Ghebuctobaai (Halifax Harbour), die door een kanaal met het 50 km2 grote Bedfordbekken (lang 9,7 km, breed 6,4 km) in verbinding staat, nooit dichtvriest, voor de grootste schepen toegankelijk is en een der beste havens vormt. De havenmond heeft twee ingangen, door het Mc Nab’s eiland gescheiden; de O. passage wordt alleen door kleine schepen benut. De stad, de voornaamste winterhaven van Canada, is tot het sterkste bolwerk van Canada gemaakt. Halifax, met in 1941: 70488 inw., heeft uitgebreide kaden en werven, een groot marine-arsenaal met droogdok en kazernes, een citadel en buitenforten. Het is de zetel van de gouverneur-generaal van de provincie, van de provinciale regering, van een Anglicaanse bisschop, een Katholieke aartsbisschop en heeft een universiteit, een technische hogeschool, een Presbyteriaans college, een provinciaal museum en verscheidene openbare bibliotheken. De lokale industrie omvat gieterijen, suikerraffinaderijen, meubelen houtwarenfabrieken en touwslagerijen.
Hoewel niet meer het monopolie van de buitenlandse handel van de provincie bezittend, kan Halifax toch nog bogen op de grootste uitvoer van vis en visproducten van het gehele dominium. Naast de producten van de lokale nijverheid, worden hout en appels in grote hoeveelheden verscheept. Ingevoerd worden vooral fabrikanten (uit Engeland en de V.S.), suiker, rum en vruchten uit West-Indië. Belangrijk zijn de rederij en visserij.
Halifax, genoemd naar de tweede graaf van Halifax, werd in 1749 door de Hon. Edward Cornwallis gesticht als tegenhanger van het Franse Louisburg (Kaap Breton). Het werd het eindpunt van transatlantische kabels en het uitgangspunt van de Canadese Pacific-spoorweg. Evenals in Wereldoorlog I vervulde Halifax ook in Wereldoorlog II een belangrijke rol als maritiem steunpunt.
