Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NOVA SCOTIA

betekenis & definitie

(Nieuw-Schotland), provincie van het Dominion of Canada, bestaat behalve uit het schiereiland van die naam, dat door de 20 km brede landengte van Chignecto met New Brunswick verbonden is, uit het eiland Cape Breton, aan de oostzijde door een smalle straat er van gescheiden. Te zamen bedraagt de oppervlakte ca 54600 km2, het aantal inw. (1950) 645000.

De meestal steile kusten zijn door gorden diep ingesneden en van de aldaar aanwezige havens is die van Halifax de beste en veiligste en daarbij ijsvrij. In het Z. vindt men graniet en gneis, aan de oostkust silurische gesteenten. De kapen en bergen van jong-vulkanisch gesteente langs de Fundybaai zijn steil. De rotsachtige oppervlakte is door het diluviale landijs afgesleten tot kale bultrotsen („barrens”), hier en daar door veenmoerassen overdekt en opgevuld. Steenkolen vindt men er in het noordelijk gedeelte van het land. Behalve steenkolen levert het N. uitstekende ijzerertsen (magnetiet) en langs de rivieren goud.

Het klimaat is vochtig met kort voorjaar, hete zomer en lange winter. Bij de hoofdstad Halifax (71 500 inw.) is de gemiddelde jaartemperatuur ruim 6 gr. C. (Jan. —5,7 gr., Juli 17,4 gr. C.; de laagste en hoogste temperaturen zijn —29,4 gr. en 33,9 gr. C.). Een klein gedeelte van de bevolking, ca 10 pct, stamt af van de Franse Arcadiërs, een ander deel bestaat uit nakomelingen van koningsgezinde immigranten uit de voormalige Britse koloniën in Noord-Amerika, verder uit later geïmmigreerde Britten, Ieren en Duitsers, bovendien uit enkele honderden Indianen en Negers.

Ruim de helft der bevolking houdt zich bezig met de landbouw (vooral haver, gerst, aardappelen, hooi en vruchten). De veeteelt omvat vnl. het houden van melk- en pluimvee. De bosbouw levert veel hout voor uitvoer en in visserij (kabeljauw, kreeft) en rederij staat Nieuw-Schotland vooraan onder alle Canadese provincies. Ook de opbrengst der steenkolenmijnen is groot en bedraagt (1949) 30 pct van de gehele Canadese productie. In de mijncentra (Pictou, Sidney e.a.) zijn ook hoogovens en walswerken. Aan het hoofd van het bestuur bevindt zich een door het Dominion-gouvemement van Canada benoemde Lieutenant-Governor, bijgestaan door een ministerie (kabinet) en een Huis van Afgevaardigden (Assembly) van 38 leden. Naar het bondsparlement te Ottawa zendt Nieuw-Schotland 10 senatoren en 13 afgevaardigden.De kust van Nieuw-Schotland is in 1498 ontdekt door Sebastiano Caboto (Sebastian Cabot), een Italiaan in Engelse dienst. De eerste kolonie werd er gesticht door de Fransen in 1604 en de tweede door de Nederlanders te Annapolis (in 1606; in 1613 door de Engelsen verwoest). Pas in 1713 kwam Nieuw-Schotland voorgoed aan Engeland.

Lit.: J. G. Bourinot, Builders of N. S. (1900); G. Patterson, Studies in N. S.

History (Halifax 1940); L. R. Ward, N. S. (New York 1942).

< >