Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LIVERPOOL

betekenis & definitie

de tweede zeehaven van Groot-Brittannië met (1949) 795900 inw., ligt als zelfstandige county borough in het graafschap Lancashire aan de brede monding van de Mersey. Tot de voorsteden behoren Toxteth, Wavertree, West-Derby, Everton, Edgehill, Kirkdale, Walton on the Hill Bootle en Waterloo, en aan de overzijde van de Mersey Birkenhead met Wallasey.

Birkenhead en Bootle vormen nog afzonderlijke gemeenten. Het stadsgedeelte beslaat ca 100 km2.Stadsbeeld.

Liverpool is een tamelijk regelmatig gebouwde stad met een grote oppervlakte aan parken, waarvan Prince’s Park en Sefton Park de mooiste zijn. Sedert 1928 geeft een verkeerstunnel (Mersey Roadway) onder de Mersey directe verbinding met Birkenhead. Van de monumentale openbare gebouwen is bijna geen enkel ouder dan de 19de eeuw. De Anglicaanse kathedraal (begonnen in 1904, architect Giles Scott) en de R.K. kathedraal (begonnen in 1933, architect Edwin Lutyens) behoren tot de grootste kerkgebouwen ter wereld. De St Georgeshall (van 18381854), in de vorm van een Griekse tempel door Elmes gebouwd, bevat o.a. een grote zaal voor concerten en bijeenkomsten. Verder mogen genoemd worden het in 1894 gebouwde postkantoor, de Royal Institution, het stadhuis (1754), de beurs (1864—’67) en de katoenbeurs.

Het University College, dat in 1881 opgericht werd en aanvankelijk sedert 1884 deel uitmaakte van de Victoria-universiteit van Manchester, werd in 1903 gereorganiseerd en tot een zelfstandige universiteit verheven. Zij telt 5 faculteiten en 7 „schools” en ruim 2500 studenten. De school voor tropische geneeskunde is van 1899. Middelbare scholen zijn het Liverpool Institute, het Liverpool College, de Merchant Taylor’s school, voorts zijn er het Mechanics Institute, de Royal Institution voor sociale wetenschappen en wiskunde, een zeevaartschool, een Katholieke kweekschool enz. Het door Brown in 1856 gestichte Free Public Museum bevat o.a. een zoölogische verzameling, een aquarium en Griekse en Angelsaksische oudheden. De brouw-industrieel Walker stichtte in 1877 een schilderijenverzameling (Walker Art Gallery). Verder zijn er een planten- en een dierentuin en een sterrenwacht.

Nijverheid en handel.

Liverpool is in de eerste plaats handelsstad, maar ook de industrie is zeer belangrijk.

Zij omvat o.m. ijzer- en staalverwerking, tinsmelterij, scheepsbouw, draad- en kabelindustrie, koper- en zinkverwerking, chemische industrieën, margarine-, olie-, tabaksfabricage. De ontwikkeling van Liverpool als handels- en havenstad is in eerste instantie een gevolg van de verzanding van de Dee, sedert de 14de eeuw en de achteruitgang van de handel van Chester; het had in de 17de eeuw vooral verkeer met Ierland en kustvaart op West-Schotland. Daarna ontwikkelde zich vooral sedert 1730 de handel op West-Indië in de vorm van een driehoeksverkeer (Trade Triangle), waarbij schepen uit Liverpool naar West-Afrika voeren met oude geweren, kralen, alkoholische dranken, die werden uitgewisseld tegen slaven, welke naar West-Indië werden vervoerd, terwijl uit laatstgenoemd gebied suiker, tabak en katoen naar Engeland werden teruggebracht. Door de industriële revolutie werd het de voornaamste invoerhaven van katoen. Thans is Liverpool de uitvoerhaven van de vele goederen, die in de graafschappen Lancashire en Yorkshire worden geproduceerd; het is vnl. de invoerhaven voor grondstoffen en producten, die uit de V.S. naar Europa gaan, als katoen, plantaardige olie, meel, non-ferrometalen, huiden, rubber, olie, tabak enz. Het onderhoudt verder verbindingen met het Z. van Europa, de Levant, China, de westkust van Afrika en met Ierland, dat zijn slachtvee en boter voor het grootste deel over Liverpool zendt. Hoewel de totale in- en uitvoer bij die van Londen achterstaat, is toch Liverpool Engelands grootste exporthaven voor fabrikaten, vooral katoenen stoffen, machines, ijzeren en stalen voorwerpen en wollen stoffen.

< >