stad in Duitsland in het Land Saksen-Anhalt, ligt aan de Holtemme in het N. voorheuvelland van de Harz, is een kruispunt van spoorwegen en telt (1946) 47652 inw. De stad is het middelpunt van een rijke landbouwstreek (de oude Hartingau) en heeft enige industrie (suiker, spiritus, leder, leren handschoenen, rubberartikelen en vooral vleeswaren (Halberstadter Würstchen)).
De stad dankt haar ontstaan aan een markt-stichting (989) van de bisschoppen van Halberstadt, die sedert 804 op de versterkte Dom-burcht gevestigd waren. Zij bereikte haar hoogste bloei in de 14de eeuw. Het bisdom werd in 1648 opgeheven en kwam als vorstendom Halberstadt aan Brandenburg, waarna Pruisen het in 1813 weer in bezit nam.
Het is een oude stad met vele 16de-eeuwse huizen in hout-, architectuur- en vakwerk (w.o. de 15de-eeuwse Rats Keiler), een Laatgothisch stadhuis (14de eeuw) en vele kerken, w.o. de Lieve Vrouwekerk (1005-1284) met een grote, kruisvormige pijIer-basiliek in Romaanse stijl. In de kerk bevinden zich de beroemde koorhekken met stucreliëfs. De St. Stephandom is een kruisvormige basilica (begonnen in 1239), die uit verscheidene perioden dateert. De gebeeldhouwde figuren van de Gekruisigde tussen Maria en Johannes (onder de „triomfboog” van de Dom aangebracht) behoren tot de beste stalen der Duitse sculptuur van de 13de eeuw. Van 1850-1870 werd de kerk gerestaureerd. In Wereldoorlog II leed de dom zware schade.
Lit.: O. Doering, Die Kirchen von Halberstadt (1927); H. Gisau, Der Dom von Halberstadt (Burg 1929); Dehio-Gall, Handbuch der deutschen Kunstdenkmaler, nieuwe bewerking, dl I, 1935; blz. 77-89; R. Schönherr, Halberstadt (1933); H. Pfaff, Halberstadt (1935); E. von Niebelschütz, Halberstadt (Berlin 1937), met lit.