Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

GROTE PIER

betekenis & definitie

noemde men een landbouwer uit Kimswerd (bij Harlingen), die, na de verwoesting van dat dorp, zich bij de vrijbuitersscharen heeft aangesloten en tijdens het bewind van hertog Karel van Gelre in het begin van de 16de eeuw in Friesland (z Friesland, geschiedenis) als bendeleider vooral van tochten op de Zuiderzee een grote rol heeft gespeeld. Zeer actief was hij in 1517, toen hij in Juni een aanval deed op de Westfriese kust en Gelderse benden te Medemblik aan land zette, op 11 Aug. in een zeegevecht voor Hoorn 11 Hollandse schepen buitmaakte, nog verdere vangsten deed ter zee en in Sept.

Hoorn overviel en plunderde. Hij streed met overtuiging voor de Friese vrijheid maar verliet de strijd toen hem bleek dat het Gelderse bewind de vrijheid niet zou brengen. Als rustig burger van Sneek is hij gestorven (18 Oct. 1520).

< >