(Gislebert de Mons), Henegouws kroniekschrijver (gest. 1225), was klerk, hofkapelaan (1175) en ten slotte kanselier (1178) van Boudewijn V, graaf van Henegouwen (1171-1195), die in ngi als Boudewijn VIII tevens graaf van Vlaanderen werd. Uit bewondering voor zijn vorst en uit dankbaarheid voor de vele kerkelijke beneficiën die hij van hem ontvangen had, beschreef Gislebert ca 1196 diens leven en regering in zijn Chronicon Hanoniense. Als historische bron is deze kroniek van groot belang, enerzijds omdat de schrijver vrijwel alle gebeurtenissen die hij verhaalt van zeer nabij heeft meegemaakt, anderzijds wegens zijn gedetailleerde en deskundige mededelingen over de feodale instellingen van zijn tijd en zijn land.
Bibl.: uitgaven van het Chron. Hanon. door W. Arndt in: Monum. Germ.
Hist., Scriptores XXI (1869), blz. 490-601 (herdr. 1925) en afzonderl. in de reeks Scriptores rerum Germanic. in usum schol., dl XXIX (1869), en door L. Vander kindere als dl I van. Comm. Royale d’Hist., Recueil de textes p.serv. à l'étude de l’hist. de Belgique (1904); beste uitg.).
Uittreksels bij J. Gessler en J. F. Niermeyer, Florilegium chronic.
Neerlandic. (1948), blz. 133148.
Lit.: A. Hantke, Die Chronik des G. v. Mons (1871); F. Wachter, Der Einfluss der nation. u. klerik.
Stellung G. v. M. auf seine Geschichtsschreibung (diss. Halle 1879); W. Meyer, Das Werk des Kanzlers G. v.
M., besonders als verfassungsgeschichtl. Quelle betrachtet (1888); K. Huygens, Sur la valeur hist. de la chronique de G. d. M. (in: Rev. de l’Instr. publ. en Belgique XXXII, 1889); L.
Vanderkindere, Inleiding van La chron. de G. d. M. (1904; H. Pirenne,Quelques remarques sur-la chron. de G. d. M. (in: Mélanges G.
Kurth, 1908).