Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KRONIEK

betekenis & definitie

(chronicon, chronica, Grieks tijd) beduidt oorspronkelijk een optekening van historische feiten in streng chronologische volgorde. Voorbeeld voor dit genre van geschiedschrijving is geweest de Kroniek van Eusebius van Caesarea (gest. 339): synchronistische tabellen van Abrahams geboorte af tot het jaar 324, als poging om verband te leggen tussen de tijdrekening van de Israëlietische geschiedenis en die van de volken der klassieke Oudheid.

In de Latijnse bewerking en voortzetting tot 378 van de kerkvader Hieronymus is Eusebius’ kroniek tijdens de Middeleeuwen in West-Europa zeer veel gebruikt. Grote invloed hebben ook uitgeoefend de beide kronieken De sex aetatibus mundi, die Beda aan zijn verhandelingen over de tijdrekening De temporibus (703) en De temporum ratione (725) heeft toegevoegd. Hierin is de wereldgeschiedenis ingedeeld in zes tijdperken, waarvan het laatste begint met de geboorte van Christus: zo heeft Beda er sterk toe bijgedragen de tijdrekening van Christus’ geboorte af in de geschiedschrijving in te voeren. De kronieken van Eusebius-Hieronymus en van Beda liggen ten grondslag aan de wereldkronieken die sinds de 11de eeuw in kloosters werden gecompileerd en waarvan de Chronographia van Sigebert van Gembloux (tot 1111) de belangrijkste is. Eveneens sedert de 11de eeuw heten „kronieken” ook geschriften die een beperkter onderwerp hadden: de geschiedenis van een abdij, bisdom of wereldlijke dynastie, maar waarvan het begin soms op wereldkronieken was gebaseerd. Deze kronieken zijn voortgekomen uit uitgebreide annalen (jaarboeken), een vorm van geschiedschrijving die in de 8ste eeuw vooral in het N. van het Frankische rijk in zwang was gekomen: eveneens korte en droge aantekeningen jaar voor jaar, maar die doorgaans geen oudere gebeurtenissen dan die uit de 8ste eeuw vermelden. In de late Middeleeuwen vervaagt het onderscheid tussen de historiografische categorieën en wordt de term „kroniek” zeer los gehanteerd en ook toegepast op geschiedwerken van sterk literair karakter, zoals de kronieken van Froissart en Chastellain.Lit.: R. L. Poole, Chronicles and Annaïs (1926); F. L. Ganshof, Encycl. v. d. Gesch., Middeleeuwen I (1951).