Charles’ oudste zoon, baron van Hierges (gest. bij Maastricht 18 Juni 1579), werd na de Beeldenstorm door de landvoogdes belast met de werving van en het bevel over een regiment en had aandeel in het beleg van Valenciennes in 1567. In 1572 werd hij lid van het Gulden Vlies en stadhouder van Friesland, kort daarna ook van Gelre, maar hij bleef voor alles krijgsman, was in 1573 voor Haarlem en in 1574 bij Mook; toen Bossu gevangengenomen was, werd hij diens opvolger als stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.
Als „mestre de camp” van het Spaanse leger deed hij in 1574 een inval in West-Friesland. en veroverde in 1575 Oudewater, dat hij liet platbranden. Na Requesens’ dood en de muiterij der Spanjaarden koos hij, om de vrijheden van het land en het Katholicisme te redden, de zijde van de Staten-Generaal. Evenals zijn vader trad hij in dienst van Don Juan en tekende de Unie van Brussel, maar ging met dezen mee in zijn verrassing van Namen en veroverde voor den landvoogd Charlemont, terwijl hij generaal der artillerie was. Hij onderhandelde toen, namens Don Juan, met de Hollandse steden. In 1578 volgde hij zijn vader op als chef der Financiën en stadhouder van Namen, maar voor hij deze functies kon aanvaarden, sneuvelde hij bij het beleg van Maastricht.Ook zijn jongere broer Claude (1555-1587) was officier in dienst van Don Juan en Parma.
