(1), provincie van 5865 km2 in Catalonië (Spanje) en met (1947) 320 302 inw.
(2)s in de Oudheid Gerunda, vesting en bisschopszetel, tevens provinciehoofdstad, 30 km van de zee aan de spoorweg van Barcelona naar Port Bou bij de rechteroever van de Ter en in een bergkom, waardoor de Onar stroomt. De plaats telt (1940) 29 353 inw. De Onar splitst haar in 2 delen; de hoge stad is schilderachtig tegen de Onar gebouwd, bezit nog de oude ommuring.
Gerona was vroeger de hoofdstad van een vorstendom, waarvan de titel door de oudste zoon van de koningen van Aragon werd gedragen. In de 12de eeuw behoorde het aan de graven van Barcelona. Sedert de 17de eeuw was het een belangrijke vesting en speelde een rol van gewicht in de oorlogen van Lodewijk XIV. De Fransen belegerden haar in 1684 te vergeefs, veroverden haar in 1694 en 1710.
In de tijd van Napoleon (1809) werd zij na een belegering van 7 maanden en een dappere verdediging door de Fransen ingenomen.
In de oude stad vindt men nog resten uit de Moorse tijd, bijv. badinrichtingen uit de 11de en 12de eeuw (banos arabes genoemd, maar eerder mudejar). Men vindt er de indrukwekkende, eenschepige Gothische kathedraal (beg. 1312) met nog één Romaanse toren en een Romaanse kruisgang. De bouw van de klokketoren is in 1581 begonnen. In de kerkschat een Romaans tapijtwerk (11de eeuw) en een zilveren Gothisch retabel.
De collegiale kerk van S. Felix is Romaans, de bovenste verdieping Gothisch, de fagade i8de-eeuws. In het koor Romeinse en Vroegchristelijke sarcophagen. De nieuwe stad (el Mercadel) heeft een belangrijke textielindustrie, spinnerijen en weverijen en papierfabricage.
Lït.: J. Bassegoda, Le cathédrale de G. (Barcelona 1889); J. Monsalvatje, Guia de G. y su provincia art. y descr. (Gerona 1921); G. Rahola, La ciudad de G. (Madrid 1929).