(1) is een provincie van Spanje, gelegen aan de Middellandse Zee en een oppervlakte beslaand van 7620 km2; telt 1 931 875 inw. (d.i. 253,5 Per km2). Zij omvat ongeveer de stroomgebieden van de Llobregat en de Besos en haar zijrivieren en bestaat uit een bergland, dat in de Montserrat (1238 m) zijn grootste hoogte bereikt.
Langs de kust ligt een lagere bergketen (Silla Morella 595 m, Sierra de Montneya 793 m), aan de binnenzijde waarvan een langgerekt lengtedal ligt. De Besos en de Llobregat, die aan de kust een grote delta heeft gevormd, doorbreken dit gebergte. De provincie Barcelona is sterk geïndustrialiseerd, dank zij de waterkracht, die door de rivier wordt geleverd. Textielindustrie vormt de voornaamste tak van bedrijf. Behalve Barcelona* moeten hier als industriesteden worden genoemd: Tarrasa, Sabadell (wolweverij), Granollers en Igualada (katoen). Igualada heeft bovendien leerindustrie.
Sigarettenpapier wordt o.m. in de stadjes langs de Noya en de Besos gemaakt. In de kuststreek zijn Mataró en Badalona de voornaamste industrieplaatsen (textielindustrie, en daarnaast chemische industrie in Badalona).(2) de hoofdstad van het voormalig Spaanse vorstendom Catalonië* en van de hedendaagse provincie Barcelona, is amphitheatergewijs gebouwd om een diepe baai der Middellandse Zee, nabij de mond der Llobregat en omgeven door een met lustverb'ijven (torres) bezaaide, vruchtbare vlakte. Zij , de belangrijkste haven- en industriestad van Spanje. Zij bestaat uit de oude stad, welke tot 1868 door wallen omgeven was, de nieuwe stad, ten W. en ten N. van de oude, en de havenstad, Barceloneta, in het Z.O. op een in zee uitstekende landtong gebouwd. De stad wordt o.m. beschermd door het op een 191 m hoge berg gelegen fort Monjuich (Monsjovis). De fraaiste straat der oude stad, de Rambla is 1200 m lang en 33 k 45 m breed. Overigens bevat de oude stad slechts nauwe en donkere straten.
De nieuwe stad breidt zich snel uit; de regelmatige straten en de volgens een schaakbord aangelegde huizenblokken geven haar echter iets eentonigs. De hoofdstraten zijn: de 1200 m lange, met bomen beplante Paseo de Gracia, de Rambla de Cataluha, de Calle de las Cortes, de Calle del Marqués del Duero, welke van de haven naar de voorstad Hostafranchs leidt. Een brede allee, Salon de San Juan, komt uit in het prachtige Stadspark, dat een oppervlakte beslaat van 31 ha en aangelegd werd op de plaats, waar vroeger de door Philips V gebouwde citadel stond.
Onder de vele kerken zijn de voornaamste de van 1298-1448 gebouwde Gothische kathedraal (Santa Eulalia), de eveneens in Gothische stijl opgetrokken Santa Maria del Mar (1329-1384), de uit een oudheidkundig oogpunt interessante San Pablo del Campo uit de 10de eeuw enz. (zie hierna: kunsthistorie). Van de gebouwen der wereldtentoonstelling, welke in 1888 in het Stadspark gehouden werd, zijn blijven bestaan: het industriepaleis voor tentoonstellingen, het gebouw voor schone kunsten en dat voor wetenschappelijke verzamelingen. In dit park staat ook het oude koninklijke paleis, gebouwd door Philips V en thans kunsthistorisch museum.
Met de nieuwe wijken en voorsteden Gracia, (onmiddellijk tegen de stad aan gelegen) San Martin de Provensais, Sans, San Andreu de Palomar, San Gervasio de Cassoles en Las Corts de Sarria telt Barcelona (1940) 1 081 175 inw. De belangrijkste tak van nijverheid is de katoenindustrie, welke te Barcelona vertegenwoordigd wordt door spinnerijen, weverijen en drukkerijen. Na de Spaans-Amerikaanse oorlog doorstond zij een zware crisis. De belangrijke haven was volgens het oorspronkelijke plan van 1474 geheel open en eerst in 1880 werd deze door kunstwerken in een moderne zeehaven veranderd. Thans is zij beschermd door twee pieren.
De belangrijkste uitvoerartikelen der stad (1939: 23° 247 t-) zijn: katoenen, wollen en halfwollen weefsels, wijn, schoenwerk, zeep, papier, chemische producten enz.; ingevoerd (1939: i 102 742 t.) worden: ruwe katoen, wol, chemicaliën, verfstoffen, steenkolen, hout, vellen, huiden, machinerieën, koffie, cacao, stokvis enz. Het aantal binnengekomen schepen bedroeg in 1939: 2223. Barcelona heeft spoorwegverbindingen: over Port Bou naar Frankrijk, over Lérida en Zaragoza naar Madrid en drie spoorwegen, welke de kust volgen. Verder heeft het een vlieghaven.
Op het gebied der wetenschap neemt Barcelona na Madrid de eerste plaats in. Het heeft een in 1430 gestichte universiteit met 5 faculteiten, een botanische tuin, scholen voor kunst, handel, industrie en scheepvaart, seminaria voor aanstaande priesters en onderwijzers, academies voor natuurkundige wetenschappen, musea, openbare bibliotheken, archieven enz.
Voor publieke vermakelijkheden zorgen schouwburgen, waaronder de grootste van Spanje, het Gran Teatro del Liceo met 3000 zitplaatsen, een circus voor hanengevechten, arena’s voor stierengevechten, een renbaan enz.
DR H. J. KEUNING
Geschiedenis
Volgens sommigen werd Barcelona in de 3de eeuw v. Chr. door Hamilcar, den vader van Hannibal, gesticht en zou van hem de naam Barcino, ter ere van zijn eigen geslachtsnaam (Barcas), ontvangen hebben. Dit is echter ongeloofwaardig: de Garthagers hebben waarschijnlijk niet ten N. van de Ebro gekoloniseerd. De stad is vrij zeker ontstaan uit een autochthone nederzetting der Keltiberiërs en werd misschien reeds onder Scipio ook door Romeinen bewoond, zeker onder Julius Caesar. Onder het Keizerrijk was het een bloeiende stad, van waaruit in de latere tijd het Christendom over Noord-Spanje werd verbreid. Langzamerhand breidde zij zich uit, en bij het terugwijken der zee werd zij gedeeltelijk gebouwd op een nieuwe bodem.
In 415 veroverde Athaulf, koning der West-Goten, de stad, die lange tijd hoofdstad was van het Westgothische rijk (later vervangen door Toledo), totdat de Moren ze innamen (713). De Arabische stadhouder maakte zich echter spoedig onafhankelijk van den kalief van Córdoba en erkende, daartoe gedwongen en uit berekening, den Frankischen koning als heer (781). Karei de Grote vond dat hij niet voldoende gehoorzaamde en zond zijn zoon Lodewijk ter onderwerping. Na een lang beleg werd de stad veroverd; zij werd de hoofdplaats van de Spaanse Mark (801). Natuurlijk maakte zij zich na Kareis dood weer zelfstandig en was van 914-986 weer in het bezit der Mohammedanen. Daarna stond ze onder zelfstandige graven van Barcelona, wier gebied door huwelijk met Aragon* werd verbonden (1150).
Nu vooral kwam zij als handelsstad tot bloei en was uitgangspunt voor de veroveringen der Aragonese vorsten. Vele voorrechten wist zij van de vorsten af te dwingen en ze kreeg een grote mate van zelfbestuur. Haar invloed was zeer aanzienlijk in de standenvertegenwoordiging van Catalonië {Cortes Catalanes). Vandaar haar vele pogingen tot het verkrijgen van gehele zelfstandigheid voor Catalonië, mede veroorzaakt doordat de Franse beschaving er grote invloed had. In 1640 was zij het brandpunt van de opstand tegen Philips IV en onderwierp zich aan Frankrijk, maar zij werd na een belegering van 15 maanden in 1652 heroverd.
In de Negenjarige oorlog werd Barcelona in 1697 door de Fransen veroverd na een hardnekkige verdediging. De merkwaardigste belegering heeft zij verduurd in de Spaanse Successie-oorlog. Barcelona erkende toen den Oostenrijksen aartshertog Karei als koning en werd daarom door de Fransen tweemaal belegerd. De eerste maal (1705) verdreven de Engelsen de belegeraars, de tweede maal werd de stad aan haar lot overgelaten, doch hield anderhalf jaar de belegering uit (1713-1714). Destad bedong behoud van alle privileges, maar werd door het bouwen der citadel kleiner. Om die reden gaf de markies De las Minas, kapitein-generaal van Catalonië, in 1752 verlof tot het bouwen der voorstad Barceloneta.
In 1809 werd de citadel met de stad door de Fransen veroverd, die haar tot 1814 bezet hielden. In 1821 heeft de gele koorts er grote verwoestingen onder de bevolking aangericht. Ook heeft Barcelona ruimschoots haar deel gehad van de ellenden en gruwelen der Spaanse burgeroorlogen, terwijl zij in het begin der 20ste eeuw het brandpunt van het Spaanse socialisme en anarchisme vormde. Herhaaldelijk kwam het dan ook in de stad tot oproer en verschillende anarchistische complotten hadden er plaats.
In de begindagen van de Spaanse burgeroorlog was de stad het toneel van allerlei geweldplegingen, vooral tegen de Kerk gericht. Van Nov. 1937 af was zij de zetel van de republikeinse regering, tot zij 26 Jan. 1939 in Franco*’s handen viel. Onder zijn regime bleef zij centrum van verzet.
Lit.: J. Calmette, Les origines de la première maison comtale de Barcelone (Mélanges Ec. Gr. Rome, d. XX, 1900); A. de Capmany y de Monpalau, Memorias históricas sobre la marina, comercio y artes de la antigua ciudad de Barcelona (4 dln, Madrid 1779); A. Rovira i Virgili, Historia nacional de Catalunya, II-IV (Barcelona ig22-’26).
Kunsthistorie
Ten gevolge van de vele moderne doorbraken zal het fraaie middeleeuwse stadsplan van Barcelona spoedig hopeloos onherkenbaar zijn. Toch geldt nog steeds Cervantes’ lofspraak: „een stad, enig in haar soort door ligging en schoonheid”. Aan drie zijden omgeven door vrij eentonige, moderne huizenblokken, gedeeltelijk volgens plannen van den rijksbouwmeester CerdA, ligt de Oude Stad, door de Ramblas, boulevards op de oude bolwerken, verdeeld in de oostelijke oude Ribera en de uit 1350 stammende doch in de 18de eeuw geheel herbouwde westelijke Arabal-wijken; daartussen strekken zich grote, weelderige, om hun plataanbomen beroemde parken uit. De „Ciudad” groepeert zich om de tegenwoordige kathedraal.
Van de merkwaardige bouwwerken zijn de volgende geheel of gedeeltelijk uit de Romaanse stijlperiode: San Pablo del Campo, oudste parochiekerk der stad, door Guiberto Guitardo in 1117 gebouwd. De Nuestra Senora de la Concepción, een moderne kerk, bezit een even belangrijk Romaans kloosterpand, dat in 1869 uit een vervallen deel der oude stad hierheen werd overgebracht. Uit 1146 stamt de Santa Ana, met Gothische toevoegingen en een kloosterpand uit de I4de-I5de eeuw. Tot de vroegste bouwwerken behoort de San Pedro de las Puellas, doch zij heeft vooral in de 18de eeuw te veel geleden om nog haar oorspronkelijk karakter te kunnen tonen. Van belang voor de Catalaanse Romantiek is de door een koopman gestichte Capilla de Marcüs (ca 1160). Niet ver van de stad bevindt zich de kloosterkerk met kloostergang van San Cugal del Vallés: fraaie kapiteelsculpturen, ten dele door Arnall Catell.
Het voornaamste Gothische bouwwerk is de kathedraal, eerst aan het heilig Kruis, later aan de stadspatrones, de H. Eulalia, toegewijd en, volgens de overlevering, gebouwd op de plaats van een moskee, die weer op de bouwvallen van een Romeinse tempel moet hebben gestaan. Van de nde-eeuwse bouw zijn alleen de kloosterpand portalen over. De tegenwoordige kerk werd opgetrokken tussen 1298 en 1448, onder leiding van architecten uit heel Spanje, o.a. Jaime Fabre uit Palma (Majorca, 1318), Bartolomé Gual, Roque (kloosterpand) en Andrés Cocuder. Het is een driebeukige kerk met zijkapellen langs iedere beuk, 11 absiskapellen en een brede kooromgang.
Tussen 1328 en 1383 ontstond de driebeukige, door kapellenrijen geflankeerde Santa Maria del Mar, met zevenhoekig koor en straalkapellen, een fraai roosvenster en twee achtkante westtorens; de zijbeuken zijn uiterst smal. Van de profane gebouwen zijn te noemen: de Audiencia (thans paleis van justitie) met een levendige gevel, en de daarmee verbonden St Georges-kapel (San Jorge is de patroon van Catalonië), de Casa Gonsistorial (1369-1378) en de Casa Longa (de Beurs) uit 1382, doch in 1772 zozeer in classicistische stijl hernieuwd, dat alleen de brede zaal ,,de Contrataciones” nog oorspronkelijk is.
Geheel in strenge Renaissancestijl vernieuwde Pedro Blay de 15de-eeuwse Casa de la Diputación (1598). Uit de Barok-tijd stammen o.a. de vroegere Jezuïetenkerk Nuestra Senora de Beien (16811729), een fraaie, lichte zaalkerk, de San Agustin (1728-1750) door Pedro Beltr&n, met een veel vereerd en zeer realistisch beeld van den lijdenden Christus. Verval kenmerkt de vormen van de San Miguel del Puerto (1755-1863). In het geheel in classicistische stijl herbouwde Bisschoppelijk Paleis (18de eeuw) zijn nog resten van een Romaanse voorbouw te ontdekken. Uit de vorige eeuw dateren: de Universiteit (1863-1873), door Elia Rogent, met een kunst- en architectuurschool, de kerk de la Sagrada Familia, een bizar, overdadig met beeldhouwwerk overdekt bedehuis in neo-Catalaanse stijl (1822-1900), en de moderne, nog steeds niet geheel voltooide H. Hartkerk op de berg Tibidabo.
Voor de haven verrijst het statige, 60 m hoge Monumento a Colón (voor Chr. Columbus), volgens plannen van Cajetano Buhiga in 1882 opgericht, met een bronzen, 8 m hoog beeld van den ontdekker door Rafaele Atché.
Als kunstverzamelingen zijn belangrijk: het Catalaans (vóór 1939 provinciaal) Museum, met Romeinse, Moorse en middeleeuwse oudheden, w.o. fraai beeldhouwwerk; het Museo del Parque of Museo Decorativo y Arqueológico, met een schat van afgietsels van Catalaanse en Spaanse kunstwerken, schilderijen van Ribera, Zurbardn enz., een unieke collectie voortbrengselen der 15de- en i6de-eeuwse Catalaanse kunst, ceramiek, muziekinstrumenten en een (onlangs begonnen) verzameling van uit de Burgeroorlog (1936-1939) geheel of gedeeltelijk geredde oud-Catalaanse kunstwerken; het Museo de las Artes met een collectie moderne Catalaanse schilderijen en sculpturen en oudere buitenlandse kunstwerken o.a. van Leo van Aken, van Leemputten en Mesdag.
Gedurende de Burgeroorlog is er in de kerken en paleizen heel wat te gronde gegaan; men is bezig de verliezen te inventariseren, een haast onbegonnen werk, daar er van een systematische inventarisatie vóór 1936 evenmin sprake is geweest.
DR JOHN B. KNIPPING
Lit.: F. Carreras y Candi, La Ciutat de Barcelona, in: Geogr. General de Cataluna (Barcelona 1909), i. h. Catalaans; O. Jürgens, Spanische Stad te (Leipzig 1926), waar verdere bibliografie; J. Puig y Cadafalch, L’arquitectura romanica a Catalunya I (Barcelona 1909); J.
R. Melida, Arqueologfa espanola (Barcelona 1929); B. Bassegoda, La catedral de Barcelona (Barcelona 1930).