Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Gerhard Wilhelm KERNKAMP

betekenis & definitie

Nederlands historicus (Hoorn 20 Nov. 1864 - Utrecht 9 Oct. 1943), studeerde te Utrecht, werd leraar aan het gymnasium te Utrecht en in igoi hoogleraar in de algemene en vaderlandse geschiedenis te Amsterdam; van 1903 -1935 doceerde hij te Utrecht de nieuwe geschiedenis; van 1913 -1935 was hij tevens hoogleraar aan de Handelshogeschool te Rotterdam. In 1900 en 1906 deed hij een studiereis naar de voornaamste archieven van Zweden, Noorwegen, Denemarken en de Duitse Prof. dr G.

W. Kernkamp, detail Oostzeesteden. Naast van een schilderij door G. Rueter zijn historische arbeid (1926) ontwikkelde Kernkamp ook een belangrijke activiteit op journalistiek terrein o.a. als hoofdredacteur van De Amsterdammer (De Groene) van 1920-1929. Van 1903-1908 en van 1923-1935 was hij voorzitter van het Historisch Genootschap te Utrecht. Zijn colleges en geschriften boeien door hun goed verzorgde stijl, kernachtige formuleringen en oorspronkelijke inzichten. Kernkamp behoorde politiek tot de zeer vooruitstrevende liberalen en was ook godsdienstig progressistisch.Bibl.: De sleutels van de Sont, diss. (1890); Bontemantel, De regeeringe van Amsterdam, 1653-1672 (2 dln, Werken Hist. Gen., 1897); Regeering en historie van A’dam in de 17de eeuw (in: Amst. in de 17de eeuw; 1900); Over de materialistische opvatting van de geschiedenis (inaug. rede, Amsterdam 1901); Algemeene Geschiedenis (samen met Brugmans, 4 dln 1902-’03); Van Wagenaar tot Fruin (inaug. rede, Utrecht 1903); Verslag van een onderzoek in Zweden, Noorwegen en Denemarken naar archivalia (1903); Jan Nieuwenhuizen (stichter van de Mij tot Nut v. h. Alg.) herdacht (1906); Baltische Archivalia (1909); Studentenzeden (1912); De Europeesche oorlog (1914); De Utrechtsche Hoogeschool in de Fransche tijd (1914); De tragedie der historie (rede, 1919); Van Menschen en Tijden I (1931); Het rassenprobleem in de politiek 1Ï936); De Utrechtse Universiteit (met anderen, 2 dln, 1936); Acta et decreta Senatus, vroedschapsrevolutiën betreff. de Utr. Academie (3 dln, 1936-’40).

Lit.: J. Huizinga, Bij Prof. K.’s aftreden; Idem, Herdenking van G. W. K. (beide in Verz. Werken VI, 1950; het laatste ook in Jaarb. Kon. Ned. Akad. v. Wetensch. 1943-1944, blz. 226 w.); S. Elzinga, in: Tijdschr. v. Gesch., dl 58 (1945).

< >