(Jürg), Graubünder krijgs-en staatsman tijdens de Dertigjarige oorlog (Samaden 1596 - vermoord Chur 24 Jan. 1639), was aanvankelijk predikant. Hij mengde zich in de felle binnenlandse twisten in Graubünden, waar een Protestantse Frans-Venetiaanse en een Katholieke Spaans-Oostenrijkse partij tegenover elkaar stonden.
Nadat de bevolking van de in 1512 door Graubünden geannexeerde Valtellina de aldaar aanwezige Protestanten had vermoord (1620), doodde Jenatsch uit weerwraak het hoofd der Katholieke partij Pompeius Planta en leidde vervolgens een verwoede guerrilla tegen de Spanjaarden en Oostenrijkers die het land bezetten. Ook buiten zijn vaderland bestreed hij de Habsburgers. Aan de herovering in 1635 van de Valtelina op de Spanjaarden door de hertog van Rohan, veldheer van Richelieu, had Jenatsch als kolonel in Franse dienst een belangrijk aandeel. Hij slaagde er in, Graubünden ook van de Fransen te bevrijden (1637), nadat hij Katholieken en Protestanten tot samenwerking had bewogen en, zelf tot het Katholicisme overgegaan, een verbond had gesloten met Oostenrijk en Spanje. Tot zijn gewelddadige dood (vermoedelijk viel hij als slachtoffer van de bloedwraak der Planta’s) was Jenatsch de onbetwiste leider van het door hem van vreemde overheersing bevrijde land. In C.
F. Meyer’s roman Jürg Jenatsch (1876) is zijn figuur niet weinig geïdealiseerd.DR A. G. JONGKEES
Lit.: E. Haffter, Georg Jenatsch (1894) (met ui tv. bronnenen lit.opgave); J. Dierauer, G. J., 2de dr. (1896); A. Pfister, Georg Jenatsch (Basel 1938); F. Pieth, Bündner Geschichte (1945), B.
Gartmann, G. J. in der Literatur, diss., Bern (1946); P. Werner, Meyers J. J., in: Jahrb. d. phil. Fak. (Marburg 19231924); E. Metelmann, in: Euphorion, dl 30 (1929), blz. 403 v.