is de naam van twee vooraanstaande architecten, vader en zoon, uit het Frankrijk van de 18de eeuw.
Jacques (Parijs 6 Apr. 1667 - Fontainebleau 23 Juni 1742), vroeger ten onrechte Jacques Jules genoemd, werd in 1735 koninklijk architect en in 1737 directeur van dé Academie voor Bouwkunst. Hij heeft te Versailles in het slot verschillende interieurs gemaakt evenals te Fontainebleau. In Parijs bouwde en verbouwde hij verschillende „hotels”, stadshuizen van aanzienlijken, zoals de Vasergeuille, de la Force, Blouin, Biron. In Rennes maakte hij twee pleinen, nl. de Place du Palais vroeger Louis XIV) en de Place de la Mairie vroeger Louis XV).
In Bordeaux is de Place de la Bourse (vroeger Place Royale) van zijn hand en bovendien maakte hij verschillende grote bruggen, zoals de Pont Royal te Parijs en de Loirebrug te Blois. Te Dijon verbouwde hij het stadhuis. Een zeer opmerkelijk werk van hem is de „Gothische” façade van de kathedraal van Orléans.
Jacques Ange (Parijs 23 Oct. 1698- 4 Jan. 1782) is een der bouwmeesters, die een beslissende invloed hebben gehad op de ontwikkeling van de gehele Franse bouwkunst. Hij heeft nl. in de tijd van Louis XV met zijn gebouwen aan de Place de la Concorde (de zgn. Garde meuble) een klassieke richting gekozen, waarmede hij de stijl Louis XVI heeft bepaald. Hij mag gelden als de begaafdste vertegenwoordiger daarvan.
Sinds 1741 was hij „architecte du roi” en hij heeft als zodanig zeer belangrijke werken tot stand gebracht (in Versailles het zo geslaagde theatercomplex (17481749) ! verbouwing van verschillende interieurs te Versailles en Fontainebleau in de nieuwe stijl). Een zijner beroemdste scheppingen is het zo verfijnde Petit Trianon van een zeldzaam zuivere stijleenheid. De grootse École militaire te Parijs werd door hem begonnen, terwijl hij voor Dijon, waar zijn vader het stadhuis had verbouwd, gevelontwerpen maakte voor het Palais des Etats.
Lit.: E. Bousson, La vie et les œuvres de l’architecte G. (1894) , E. de Fels, J. A. G. premier architecte du roi Louis XV (Paris 1911); G.
Gromort, G. (1933).