Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

RENNES

betekenis & definitie

hoofdplaats van het Franse departement Ille-et-Vilaine, met (1946) 113 780 inw., ligt op 58 m hoogte bij de samenvloeiing van de Ille en Vilaine, aan het Ille- en Rance-kanaal, en is een kruispunt van spoorwegen. Nadat het bij de grote brand van 1720, die 7 dagen duurde, bijna geheel was verwoest, werd het volgens een regelmatig grondplan herbouwd onder leiding van Jacques Gabriel, die ook in 1734 het stadhuis bouwde.

Rennes telt dan ook slechts weinig oude bouwwerken, w.o. het Justitiepaleis, vroeger het Parlement van Bretagne (gebouwd van 1618-1654 volgens de plannen van Salomon Debrosse). Rennes is de zetel van de prefect, van een aartsbisschop, verschillende rechtbanken, van een Kamer van Koophandel en van een universiteit (met 3 faculteiten: een juridische, filosofische en een natuurwetenschappelijke) ; verder zijn er gevestigd een priesterseminarium, een propaedeutisch geneeskundige school, een museum van schilderijen en een plantentuin. De stad is in de eerste plaats administratief centrum en een markt voor agrarische producten (voorheen graan, thans vee en boter) en heeft verder enige industrie (spoorwegwerkplaatsen, meelfabrieken en drukkerijen).Rennes is het oude Condate, de hoofdstad der Rhedonen. In de 5de eeuw werd het de zetel van een bisschop, en in de 12de eeuw de hoofdstad van het zelfstandig geworden hertogdom Bretagne. Nadat in 1491 Bretagne definitief met de Franse kroon werd herenigd, bleef het toch een regionaal middelpunt. Het werd de residentie van de Bretonse adel en in 1551 de zetel van het Parlement van Bretagne. In Wereldoorlog II werden het museum en enige duizenden huizen zwaar beschadigd. Op 4 Aug. 1944 werd de stad door de Amerikanen bevrijd.

Lit.: A. Guillotin de Corsin, Pouillé historique de l’archevêché de R., 6 dln (Rennes 1880-86); H. Bourdonnay, Le Palais de Justice de R. (Rennes 1902); P. Banéal, Le vieux R. (Rennes 1925); M. Bigot, R. à travers les âges (1927); M. de Lannou, Itinéraires de Bretagne (Paris 1939).

< >