Duits schrijver (Koblenz 10 Mei 1885), was officier bij de cavalerie, verliet in 1918 de dienst als anti-militarist. Hij was een van de voornaamste woordvoerders van het expressionistisch drama, dat tot de oerproblemen van het menselijk zijn tracht door te dringen (Ein Geschlecht, 1916).
Een schildering van een stormaanval bij Verdun wordt tot een visionnaire novelle (Opfergang, 1916). Hij streefde naar een goede verstandhouding met Frankrijk. Hij week in 1933 uit naar Frankrijk, van daar naar de V.S.; in 1952 keerde hij naar Duitsland terug. In 1948 kreeg hij, mede wegens zijn pacifistische gezindheid, de Goetheprijs.Bibl. (voorn. werken): drama’s: Offiziere (1912); Louis Ferdinand, Prinz von Preussen (1913). Voorts: Vor der Entscheidung (poëzie, 1914); Vaterland und Freiheit, Reden an die Jugend (1923); Flügel der Nike (reisbeschrijving, 1924); Bonaparte (1927); Phaa (blijspel, 1927); Lero (1932); Europa erwache! (rede, 1936); The End is not yet (1948, Der nie verlor); Rede an die Deutschen (1948); Sweet Saint (1950, Der Heilige, 1952).
Lit.: W. Geyer (1924); R. Meister (1925); A. Kronacher (New York 1946).