Willem Karel, prins der NEDERLANDEN (Berlijn 28 Febr. 1797 - Wassenaar 8 Sept. 1881), was een zoon van koning Willem I der Nederlanden en van prinses Wilhelmina van Pruisen. Vóór 1813 vertoefde hij aan het Pruisische hof.
Hij kreeg in deze jaren ook een militaire opleiding, nam deel aan de veldtochten van 1813 in Oost-Duitsland en trok in het leger van von Bülow naar de Noordelijke, vervolgens naar de Zuidelijke Nederlanden en ten slotte naar Frankrijk. In 1815 brak hij zijn studie te Leiden af om andermaal deel te nemen aan de strijd tegen Napoleon; bij Waterloo heeft hij echter niet meegestreden. Volgens het familieverdrag van 4 Apr. 1815 was hij voorbestemd om groothertog van Luxemburg te worden: zodra zijn oudste broer koning der Nederlanden werd, zou hij de Duitse erflanden van het huis Oranje-Nassau verwerven en deze ruilen tegen Luxemburg. In 1816 deed hij afstand van dit recht tegen schadeloosstelling in domeinen en de titel Prins der Nederlanden.
Kort daarna werd hij commissaris-generaal van het departement van Oorlog, kolonel-generaal en in 1840 veldmaarschalk der landmacht, in 1815 grootmeester der artillerie. In 1830 stond hij aan het hoofd van een korps, dat het oproer te Brussel zou dempen, doch zag zich genoodzaakt terug te trekken (Sept. 1830 Z Belgische Opstand). Bij de troonsafstand van zijn vader nam hij ontslag uit alle openbare betrekkingen.Zijn invloed deed zich op drieërlei gebied voelen. Allereerst beijverde hij zich voor het militair onderwijs en de organisatie van het leger, speciaal in 1831, toen hij met zijn broer aan de Tiendaagse veldtocht deelnam. Vervolgens bewoog hij zich op maatschappelijk terrein. Zijn weldadigheid was bekend.
Van 1816 tot zijn dood was hij grootmeester der Nederlandse vrijmetselarij; hij heeft meegewerkt aan de oprichting der Maatschappij van Weldadigheid van Van den Bosch. Ten slotte oefende hij invloed uit in de familiekring, waar hij steeds verzoenend optrad, zo tussen zijn vader en zijn broer, de latere koning Willem II. In zekere zin vervulde hij zo ook een politieke rol: door zijn nauwe relatie met Pruisen kon hij vaak moeilijkheden met dit land uit de weg ruimen. Die relatie was versterkt doordat hij in 1825 in het huwelijk trad met prinses Louise van Pruisen, een zuster van de latere keizer Wilhelm I.
Zij overleed 6 Dec. 1870, hem twee dochters nalatend. De oudste, Louise, gemalin van Karel XV, koning van Zweden, overleed in 1871, de jongste, Marie, gehuwd met de prins van Wied, in 1902.
PROF. DR A. J. C.
RÜTER
Lit.: J. ten Brink, Prins Frederik der Nederlanden, (Den Haag 1881); P. H. Witkamp en P. H.
Craandijk, Prins W. F. K. der Nederlanden, Deventer (1882); F. de Bas, Prins Frederik der Nederlanden en zijn tijd (4 dln, Schiedam 1887—1919).