prins van Oranje, eigenlijk Willem George Frederik (’s-Gravenhage 15 Febr. 1774 - Padua 6 Jan. 1799), tweede zoon van stadhouder Willem V en prinses Wilhelmina van Pruisen. Toen in 1789 in de Zuidelijke Nederlanden een ernstige opstand uitbrak tegen keizer Jozef II, is er een ogenblik over gesproken de jonge prins te plaatsen aan het hoofd van een nieuw staatsbestel.
In de oorlog van 1793 en 1794 nam hij deel aan de veldtochten tegen de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden en in Noord-Frankrijk.Hij onderscheidde zich door militaire talenten en bijzondere dapperheid, zodat hij bevorderd werd tot generaal van de cavalerie. Na de débâcle in Jan. 1795 moest hij, zeer tegen zijn zin doch op bevel van zijn vader, de strijd opgeven en met de stadhouderlijke familie uitwijken naar Engeland. Reeds in Juh 1795 vertrok hij naar Hannover, ten einde er, met Osnabrück als centrum, troepen te verzamelen voor een inval in de Bataafse Republiek. Doch deze poging, het „rassemblement van Osnabrück”, moest weldra, op bevel van de Pruisische regering, opgegeven worden.
Prins Frederik trad nu in Oostenrijkse dienst en werd gevoegd bij het Rijnleger onder aartshertog Karel. Daarop nam hij nog een ogenblik deel aan de strijd in Noord-Italië tegen de legers van Bonaparte. In 1798 werd hij, na een kortstondig verblijf in Engeland, als Feldzeugmeister belast met het opperbevel van het Oostenrijkse leger in de Povlakte. Hij werd echter weldra gevaarlijk ziek.
Nimmer was hij geheel hersteld van een in 1793 opgelopen schouderwonde en overleed te Padua.
Hier werd hij bijgezet in het Eremietenklooster. In 1896 is zijn stoffelijk overschot overgebracht naar de koninklijke grafkelder te Delft.
PROF. DR L. J. G.
VERBERNE
Lit.: J. von Arnoldi, Het leven van W. G. Frederik, prins van Oranje-Nassau (1821); F. W. de Bas, Prins Willem George Frederik van Oranje-Nassau (Haagsch Jaarb. 1899); Idem, Prins Frederik en zijn tijd, I en II (1887 en 1891).