naam van twee koningen van frankrijk.
Frans I (koning van 1515-1547) (Cognac 12 Sept. 1494 - Rambouillet 31 Mrt 1547), was de kleinzoon van de tweede zoon van Lodewijk van Orleans en door zijn huwelijk met Lodewijk XII’s oudste dochter Claudia de eerste koning uit het Huis Valpis-Angoulême. Hij was een losbol, maar door zijn'intelligentie en ridderlijkheid ging grote bekoring van hem uit. Het belang van zijn regering ligt hierin, dat hij het koninklijk gezag bevestigde, de strijd tegen Kerel V’s wereldrijk volhield en de cultuur der Renaissance in Frankrijk tot heerschappij bracht. De Italiaanse politiek van zijn voorganger zette hij voort. Inde slag bij Marignano (13 en 14 Sept. 1515) versloeg hij de Zwitsers in dienst van Maximiliaan Sforza, hertog van Milaan, en veroverde die laatste stad. De paus dwong hij tot het Concordaat van 1516, waarbij de benoeming van alle prelaten in Frankrijk aan de koning kwam: daardoor werd ook de aristocratie nog meer van de koninklijke macht afhankelijk.
Kerel V erkende hij in hetzelfde jaar als koning van Spanje en van Napels, waartegenover zijn rechten op Milaan werden erkend (Verdrag van Noyon), maar toch moest de rivaliteit tussen beide mededingers naar de opperheerschappij over Europa worden uitgevochten in vier zware oorlogen. De eerste (1521-1526) brak uit, omdat Frans I na de dood van Kerels grootvader van vaderskant, keizer Maximiliaan I, meegedongen had naar de keizerskroon, gesteund door paus Leo X en door onderscheiden Duitse vorsten, die de suprematie van het Huis Habsburg vreesden. In 1520 hadden Frans en Kerel beiden de gewenste vriendschap van Hendrik VIII van Engeland trachten te verwerven („Goudlakenkamp” op de grens van het Engelse gebied tussen Guines en Ardres), wat aan Kerel gelukte. De eerste oorlog werd door de keizer gewonnen, zowel door het verraad van de Connétable de Bourbon, als door de ontzettende nederlaag bij Pavia (25 Febr. 1525), waardoor Milaan verloren ging en Frans zelf gevangen genomen werd. Nu moest hij de Vrede van Madrid (1526) ondertekenen, waarbij hij niet alleen zijn rechten op Milaan en Napels en de leenhoogheid over Vlaanderen en Artois op moest geven, maar ook beloven moest Bourgondië af te staan. Na zijn terugkeer uit de krijgsgevangenschap echter, gedurende welke zijn moeder, Louise van Savoye, regentes was, brak hij deze belofte, doordat de Staten van Bourgondië er tegen protesteerden, van Frankrijk losgemaakt te worden.
Nu sloot Frans met Hendrik VIII van Engeland en paus Clemens VII, die beiden de hegemonie van Kerel V vreesden, „de Heilige Ligue van Cognac” (22 Mei 1526), waarbij ook Venetië, Florence en Milaan zich aansloten. In de tweede oorlog (1526-1529) werd Rome door de keizerlijken geplunderd en Napels door de Franse generaal Lautrec — echter tevergeefs — belegerd. Het gevolg was de Damesvrede van Kamerijk (3 Aug. 1529) tussen de moeder van Frans en Kerels tante Margaretha van Savoye, landvoogdes der Nederlanden: Kerel berustte in het gemis van Bourgondië, maar Frans stond alle invloed in Italië af en verplichtte zich tot zware betalingen. In 1530 huwde hij met Kerels zuster Eleonora van Oostenrijk, koningin-weduwe van Portugal (kinderloos huwelijk).
Dat de vrede echter niet definitief zou zijn, bleek gedurende de zes volgende vredesjaren uit de machtsversterking des keizers in Italië, de voortgaande goede betrekkingen van Frans met Engeland, de samenwerking van Frankrijk met de Turkse sultan Soleiman en met de Duitse Protestantse vorsten. De aanleiding tot de derde oorlog (*536-1538) vormde het bondgenootschap tussen Frans Sforza, hertog van Milaan, met Kerel V.
Maar een inval in Provence mislukte en paus Paulus III bracht door bemiddeling de tweejarige wapenstilstand van Nizza (i8Juni 1538) tot stand. Nu scheen de strijd afgelopen. Bewezen was, dat de keizer Frans niet overwinnen kon. De laatste was in het vooruitzicht gesteld, dat een zijner zoons met Milaan beleend zou worden, als het huis Sforza uitstierf. Toen Gent in opstand gekomen was, vergunde Frans zijn rivaal door Frankrijk te reizen, om te eerder zijn onderdanen te kunnen tuchtigen. Ook begon Frans in zijn land de Hervormden scherp te vervolgen (sedert 1540), omdat hij inzag, dat hun leer schadelijk voor het absolutisme was.
Toch brak nog een vierde oorlog uit (1541-1544), omdat Kerels zoon Filips hertog van Milaan werd. Dat Hendrik VIII in deze laatste oorlog weer de zijde des keizers koos, bewees, dat de balans niet langer ten voordele van de laatste doorsloeg. Juist door dat bondgenootschap echter — waartegen voor Frans als bondgenoten sultan Soleiman en hertog Willem van Kleef en Gelder, lid van het Schmalkaldisch Verbond, stonden — beleefde Frans een aantal gevaarvolle momenten. Wel is waar behaalden zijn legers aanvankelijk in Italië allerlei successen en wonnen ten slotte zelfs de belangrijke slag bij Cerisole in Piémont (14 Apr. I544), maar keizer Kerel drong tot aan de Marne door en Hendrik VIII belegerde Boulogne. Slechts doordat de laatste weigerde dieper Frankrijk in te trekken, moest Kerel toch nog terug en sloot hij de afzonderlijke Vrede van Crespy in Valois (18 Sept. 1544) met ongeveer dezelfde bepalingen als de Damesvrede.
De Milanese kwestie bleef onbeslist. Frans beloofde zich niet langer te verzetten tegen het bijeenkomen van een algemeen concilie. Kerel kreeg daardoor zijn handen vrij tegen de Duitse Protestanten. Engeland sloot pas twee jaar later vrede (te Ardres, 1546): het beloofde Boulogne tegen een grote som gelds te zullen teruggeven.
Frans I gaf het eerst aan het Franse koningschap zijn uiterlijke praal. De grootste kunstenaars der Italiaanse Renaissance, zoals Leonardo da Vinei en Benvenuto Cellini, riep hij aan zijn hof. Hij liet zich herhaaldelijk schilderen door Clouet. Onder zijn regering verrezen de prachtige kastelen te Blois, Chambord en Fontainebleau. Dat alles verslond schatten, maar ruïneerde ook de adel, waarvan een gedeelte in hofadel begon te veranderen. Onder hem begon aan het hof de vrouwenregering, maar zijn bekendste minnares Anne van Pisseleu, hertogin van Étampes, wordt geprezen als „la plus belle des savantes, et la plus savante des belles”.
Zijn zinnebeeld was een salamander in het vuur, waaronder de zinspreuk: Nutrisco et extinguo. Frans I werd opgevolgd door zijn tweede zoon Hendrik II (1547-1559).
dr j. s. bartstra
Lit.: Catalogues des actes de François I er (io dln. 1888-1908) ; Mignet, Rivalité de François I et de Charles Quint (2 dln, 1875) ; G. Hanotaux, Le pouvoir royal sous François I (in: Etudes hist. sur le XVIe et le XVI le siècle (1886) ; F. De crue, La cour de Fr. I (1888); J. Ursu, La politique orientale de François I (1908); Louis Madelin, François I (1937) ; Henbi, F. I et le mouvement intellectuelen France (Lausanne 1913) ; R. Douce t, Etudes sur le gouvernement de François I dans ses rapports avec le parlement de Paris (1926).
Frans II (koning van 1559-1560) (Fontainebleau 19 Jan. 1544 - Parijs 5 Dec. 1560), de oudste zoon van Hendrik II en Catharina de Medici en reeds op zijn veertiende jaar gehuwd met Maria Stuart, dochter van Jacobus V, koning van Schotland. Door haar kregen de Guises, een zijlinie van het Lotharingse hertogengeslacht, waarvan het hoofd Frans van Guise reeds onder Hendrik II als bekwaam legeraanvoerder grote invloed gehad had, het gezag in handen. Reeds in 1560 kwam het daartegen tot een samenzwering der Hugenoten (de samenzwering van Amboise, waarin ook Lodewijk van Condé betrokken was).
Lit.: Potiquet, La maladie et la mort de François II (1893); Belle val, Les fils de Henri II: François II (1898).