Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 07-02-2022

FRANS (sicilië)

betekenis & definitie

naam van twee koningen der beide sicilien (z Bourbon, 2 en tabel III).

Frans I, Januarius Jozef (Napels 19 Aug. 1777 - 8 Nov. 1830), zoon van Ferdinand I en van aartshertogin Maria Carolina, een dochter van keizerin Maria Theresia. Door de dood van een oudere broeder werd hij de troonopvolger. Uit zijn eerste huwelijk (1797) met aartshertogin Maria Christina (gest. 1802), een dochter van keizer Léopold I, stamt een dochter, Caroline (later hertogin van Berry); uit zijn tweede huwelijk met Maria Isabella van Spanje werden geboren zijn opvolger Ferdinand II, benevens vier andere zoons en zes dochters. Tweemaal nam hij voor zijn vader de regering waar: in 1812, toen onder Engelse pressie voor Sicilië een constitutie was aanvaard, en in 1820, nadat in Napels een opstand was uitgebroken, onder generaal Guglielmo Pepe. De prins bezwoer 13 Juli een grondwet, die met de Spaanse constitutie van 1812 overeenkwam, en zond de populaire generaal Florestan Pepe naar Sicilië, om aldaar het bedreigde gezag te handhaven. Maar hij bezat noch de bekwaamheid, noch de ernstige wil, om de nieuwe orde van zaken in stand te houden.

Nadat hij in 1821 de zekerheid had, dat de Oostenrijkers naar Napels oprukten, om de absolute monarchie te herstellen, bleef hij werkeloos, en toen eerstgenoemden zich onder Frimont van zijn hoofdstad hadden meester gemaakt, verwijderde hij zich in stilte naar Caserta. Zijn bestuur als koning (1825-1830) was autocratisch, steunend op Oostenrijk. De binnenlandse toestanden waren zeer onbevredigend; de veiligheid liet alles te wensen over.

Lit.: Nis co, II reame di Napoli sotto Francesco I (1893).

Frans II (Napels 16 Jan. 1836 - Arco 28 Dec. 1894), zoon van Ferdinand II* en van prinses Christina van Savoye. Hij huwde in 1859 met prinses Maria Sofia van Beieren en volgde 22 Mei 1859 zijn vader op. Hij wilde geen hervormingen invoeren en de ontevredenheid nam toe, doordat hij weigerde zich aan de kant van Sardinië tegen Oostenrijk te stellen. Na de Oostenrijkse nederlagen in Noord-Italië en de groei der eenheidsbeweging, begon de omwenteling 4 Apr. 1860, maar werd in Palermo, Messina en Catania eerst onderdrukt. Toen landde Garibaldi 11 Mei op Sicilië. 6 Juli viel Palermo en 8 Juli was het eiland, uitgezonderd de citadel van Messina, geheel voor hem verloren. De benoeming te Napels van een liberaal kabinet (28 Juni), het weer invoeren der grondwet van 1848, de belofte van gehele amnestie en een nationale politiek kwamen te laat.

In Aug. stak Garibaldi naar het vasteland over en het volk ging tot hem over, de troepen boden slechts zwakke tegenstand. De ministers en zelfs de eigen ooms van Frans II traden in verbinding met de opstand. Daarom moest hij 16 Sept. 1860 met de trouw gebleven 40 000 man Napels verlaten en tot achter de Volturno wijken. Hij gedroeg zich dapper, toen hij in Gaeta ingesloten was, maar moest na het vertrek der Franse vloot 13 Febr. 1861 de stad ontruimen. Hij verliet zijn rijk en woonde tot 1870 te Rome in het paleis Farnese, daarna in Beieren en later vooral in Parijs.

Lit.: Nisco, Francisco II rè (1888); De Gesare, La fine di un regno (3 dln, 3de dr., 1908-1909); Groce, Storia del regno delle due Sicilië (1926).

< >