(Jean Louis Xavier) Frans admiraal en staatsman (Nérac, Gascogne, 7 Aug. 1881 - Algiers 24 Dec. 1942), kwam vóór Wereldoorlog I bij de marine, maar diende in Wereldoorlog I op het land bij de zware artillerie. Daarna vond hij zijn taken weer op het water.
In 1928 haalde de minister van Marine, Leygues, hem als kabinetschef in zijn departement, een functie, die hij ook later meermalen bekleedde en die hem tot een van de centrale figuren van de vlootopbouw maakte.In 1931 werd hij vice-admiraal, in 1937 chef van de marinestaf en in Juni 1939 admiraal (de eerste, die Frankrijk sedert 1870 weer gekend had). Van 1939’40 commandeerde hij de Franse vloot, als militaire factor in dit stadium van Wereldoorlog II van grote betekenis. In Apr. 1940 stelde hij voor, dat het Franse leger België zou binnentrekken om de Duitsers voor te zijn. Zijn voorstel werd door premier Reynaud afgewezen.
Toen had zich zijn afkeer van Franse parlementaire politici, die hem zo dikwijls bij zijn vlootplannen in de weg hadden gestaan, reeds verdicht tot een stille wrok. Ook was hij van (nog verborgen) naijver vervuld op de Britse marine. Hiertoe had medegewerkt, dat hij als Frans afgevaardigde op de feesten ter gelegenheid van de kroning van George VI in 1937 niet die eer had gekregen, waarop hij had gemeend aanspraak te mogen maken. Deze beide factoren, afkeer van het parlementarisme en van Engeland, maakten, dat hij zich na Frankrijks ineenstorting bij maarschalk Pétain aansloot, die hem als minister van Marine in zijn capitulatieregering opnam.
Naast Pétain werd hij spoedig de belangrijkste man in Vichy: in Dec. 1940 trad hij, na een soort staatsgreep tegen Laval, aan het hoofd van een „triumviraat”, en in Febr. 1941 vormde hij als vice-president een kabinet. Eveneens werd hij officieel als Pétain’s opvolger aangewezen. In Juli 1941 werd wel is waar Laval onder Duitse druk vice-president, maar Darlan behield het vertrouwen en de steun van Pétain. Sedert Aug. 1941 was hij minister van Defensie.
Vast staat, dat hij contacten onderhield met Leahy, de Amerikaanse vertegenwoordiger in Vichy. Toch schijnt zijn aanwezigheid in Algiers op het moment, dat de Geallieerden in Noord-Afrika landden (Nov. 1942), een toeval te zijn geweest. Het contact, dat tussen hem en generaal Eisenhower, de opperbevelhebber van de invasietroepen, tot stand kwam, ging van de Amerikanen uit. Zij beseften de grote betekenis van deze Vichy-man, voor wie de Fransen in Afrika hoe dan ook meer ontzag hadden en die voor hen eerder het wettig gezag vertegenwoordigde dan de door de Engelsen gesteunde generaal De Gaulle.
Zelfs Churchill getuigde overigens, dat hij gaarne „een kilometer op handen en voeten wilde kruipen”, om met hem tot een vergelijk te komen. Inderdaad waren het de bevelen van Darlan aan de Fransen in Afrika, om zich niet tegen de Geallieerden te verzetten, die de landingen pas tot een compleet succes maakten. Darlan trad nu als Hoge Comm. voor N.-Afrika op, maar werd reeds in Dec. vermoord door een jonge Gaullist, Fernand Bonnier de la Chapelle, die waarschijnlijk op Engelse instigatie handelde, maar niet aan een terechtstelling ontkwam.
j. R. EVENHUIS
Lit.: A. Docteur, La grande énigme de la guerre: D. (P. 1949).