Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

François de bas

betekenis & definitie

Nederlands krijgskundige (’s-Gravenhage io Sept. 1840-22 Febr. 1931), ontving zijn opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie, werd in 1860 2de luitenant, diende achtereenvolgens bij de dragonders, de Generale Staf en, als luitenant-kolonel, bij de huzaren. In 1891 werd hij belast met de oprichting van het krijgsgeschiedkundig archief van de Generale Staf, waarvan hij in 1897 directeur werd.

Bibl.: Prins Frederik der Nederlanden en zijn tijd, 6 dln (Schiedam 1887-1913); Brieven van prins Willem V aan baron van Lijnden van Blitterswijk, representant van den eersten edele van Zeeland, Werken van het Historisch Genootschap te Utrecht, lilde serie, no 4 (Utrecht 1893); met F. J. G. ten Raa, Het Staatsche leger, 1568-1795, 6 dln (tot 1688) (Breda-’s-Gravenhage 1911-1940).

< >