is de naam van Vlaamse kunstenaars uit de 16de en 17de eeuw. Hun stamvader Nicolaas (Herentals ca 1525 - Antwerpen 12 Mrt 1596) woonde in 1571 te Antwerpen en werkte ook een tijd in Mechelen.
Hij had vier zoons, nog te Herentals geboren, waarvan er drie in de leer gingen bij Frans Floris de Vriendt, en schilders werden. Frans de Oude (1542 - Antwerpen 2 Oct. 1616) en Ambrosius de Oude (1544 - Antwerpen 16 Oct. 1618) zijn Romanisten, en na de Beeldenstorm vullen zij kerken en abdijen met hun vervelende altaarstukken. Hieronymus de Oude (1540 - Parijs 6 Juni 1610) daarentegen is een kunstenaar van hoger gehalte. Hij toog zeer vroeg naar Frankrijk waar hij als hofschilder van drie koningen optrad. Hij muntte uit in het portret (vooral groepen). Uit zijn altaarstukken blijkt dat zijn kunst beslist naar de Barok overhelt; hij mag dan ook als een voorloper daarvan worden beschouwd.Frans de Oude had drie zoons die schilderden, nl. Frans de Jonge (Antwerpen 6 Mei 1581 - 6 Mei 1642), Ambrosius de Jonge (Antwerpen na 1581 - 8 Aug. 1632) en Hieronymus de Jonge (Antwerpen ged. 12 Sept. 1578-17 Mrt 1623). Frans de Jonge had wederom een zoon Frans, die gewoonlijk Frans II genoemd wordt (1607 - begr. 4 Sept. 1667). Nog meer schilders van deze naam worden vermeld, maar wij volstaan met het noemen der voornaamsten. De meest bekende, zo niet de bekwaamste onder de bovengenoemden is de vruchtbare Frans Francken de Jonge van wie bevallige kleine genrestukken in bijna alle grote musea en particuliere verzamelingen te vinden zijn.
DR J. GABRIELS
Lit.: Juliane Gabriels, Bijdrage tot de gesch. van het Nederlandsch Romanisme; beteekenis van Hier. Francken, in: Kunst der Nederlanden I (1930/’31); Idem, Een Kempisch schildersgeslacht: De Francken’s. Bijdr. enz. (Hoogstraten 1930).