(GUARDIA) Spaans revolutionnair (Alella 10 jan. 1859 - Barcelona 13 Oct. 1909), was tot 1886 spoorwegcontroleur te Barcelona, werd toen te Parijs secretaris van Ruiz Zorrilla, de gewezen president van de Spaanse Republiek. Later verdiende hij zijn brood met taallessen.
Een van zijn vrouwelijke leerlingen stelde hem in staat te Barcelona een moderne vrijdenkersschool op te richten. Ferrer’s bibliothecaris Mateo Moral deed in 1906 een aanslag op het leven van Alfonsus XIII en diens gemalin. Ferrer, wiens vrijdenkersgedachten veld wonnen, ontging toen ternauwernood een veroordeling. Hij was een van de voormannen van de revolutiebeweging te Barcelona in 1909 (de zgn. Semana Trágica, 26-31 Juli), uitgelokt door ontevredenheid over de veldtocht in Marokko. Door de krijgsraad werd hij, ondanks het pleidooi van zijn verdediger Galceran, ter dood veroordeeld; zijn executie vond op de Montjuich plaats. De verontwaardiging, die deze straf door geheel Europa in radicale kringen wekte, en de heftige aanklachten tegen de Spaanse regering van Maura gaven deze aanleiding tot de uitgifte van de processtukken. Te Brussel werd een gedenkteken voor Ferrer opgericht.Lit.: Meffert, Die Ferrerbewegung (München-Gladbach 1909) ; Ramus, Fr. F., sein Leben und sein Werk (Klostemeuburg 1910) ; G. Normandy et E. Lesueur, F. (Paris 1909) ; F. Ferrer 1859-1909, sa vie et son oeuvre (Paris 1909) ; El proceso F. (Barcelona 1910); M. Hernandez Villaescusa, La semana trâgica en Barcelona (Barcelona igio); W. Archer, Life of F. (1911); A. Smits-Govertsen, De F.-legende (Leiden 1918).