Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Francisco FRANCO y Bahamonde

betekenis & definitie

Spaans generaal en staatshoofd (El Ferrol 3 Dec. 1892), kwam in 1907 op de Militaire Academie van het Alcazar van Toledo. Hij streed zeer eervol in het Marokkaanse Rif.

Reeds op 25-jarige leeftijd werd Franco tot majoor bevorderd, de jongste in het Spaanse leger.In 1923 kwam hij aan het hoofd van het Spaanse Vreemdelingenlegioen te staan. De Spaanse positie in Marokko liet toen zeer te wensen over: de Riffijnse leider Abd-el-Krim beheerste het gehele binnenland. Toen deze echter ook Frans Marokko binnenviel, werd door de strategie van maarschalk Pétain aan zijn acties een einde gemaakt. Franco was degeen, die aan Spaanse kant het meest tot de pacificatie van het Rif-gebied bijdroeg. In 1926 keerde hij met de rang van generaal in Spanje terug.

In 1928 stichtte hij de Algemene Militaire Academie in Saragossa, die hij ook leidde, tot zij in 1931 door minister-president Azana* werd gesloten. Toen generaal Sanjurjo hem in hetzelfde jaar voorstelde, een opstand tegen het nieuwe republikeinse bewind te beginnen, was hij echter niet tot medewerking bereid. Ondanks deze loyale houding achtte Azana het nodig, hem van het Spaanse vasteland te verwijderen en militaire gouverneur van de Balearen te maken (1933). In 1934, tijdens de October-revolutie, werd door de rechtse regering, die toen in Madrid zetelde, aan Franco het opperbevel tegen de opstandelingen verleend. Zonder veel moeite slaagde hij er in Catalonië tot onderwerping te dwingen.

In Mei 1935 werd Franco tot chef van de Spaanse generale staf benoemd. Toen in het begin van 1936 de linksen in Madrid weer de overhand kregen, zond Azana hem echter opnieuw buiten het vasteland, nu als militaire gouverneur van de Canarische eilanden.

Op 10 Mei 1936 werd Azana, Franco’s gedurige tegenstander, tot president van de Spaanse republiek gekozen. Te zamen met generaal Mola trof Franco, die nu voor optreden tegen de Spaanse Republiek gewonnen was, voorbereidingen voor een militaire revolte. Op 17 Juli 1936 brak deze in Marokko uit. De volgende dag vertrok Franco in het geheim (hij werd van regeringswege gecontroleerd) per vliegtuig van de Canarische eilanden naar Tetuan, waar hij zich aan het hoofd van de opstand plaatste, die zich op het Spaanse vasteland snel voortplantte (voor de opstand zelf z Spanje).

In het begin heerste er over Franco’s leiderschap nog enige onzekerheid. Vooral generaal Mola, aan wie ook als eerste de titel Caudillo (aanvoerder) werd gegeven, scheen naast hem een aparte plaats te hebben. Reeds in Sept. 1936 werd Franco’s positie bij de opstandelingen echter autoritair-dominerend (staatshoofd en generalissimus). Zijn bewind vestigde zich in Burgos. Het werd reeds in Nov. 1936 door Duitsland en Italië erkend. Behalve dat Franco van deze beide landen militaire steun kreeg, kon het in het begin lijken, alsof hij zich ook politiek op nationaal-socialisme en fascisme inspireerde. In Apr. 1937 gingen alle groepen, die de opstand steunden, op in de Falange Española Tradicionalista, een nationaal-syndicalistische eenheidsbeweging onder leiding van Franco, die bij uitsluiting de titel Caudillo aannam. Franco zelf was echter te veel een militair naar zuiver Spaanse trant en te weinig politicus dan dat van hem een nieuwe rechts-radicale gedachte kon uitgaan.

De opstand had, na bijna driejaar burgeroorlog en internationale verwikkelingen succes.

Tijdens Wereldoorlog II voerde Franco een variërende politiek van neutraliteit. In de eerste helft van de oorlog toonde hij zeer veel sympathie voor de As-mogendheden. Op 23 Oct. 1940 ontmoette hij Hitler in Hendaye, waar een medestrijden van Spanje ter sprake kwam (Operatie Felix tegen Gibraltar). Na de geallieerde invasie in Noord-Afrika (eind 1942) werd Franco’s politiek van non-belligerente neutraliteit gewijzigd in een van absolute neutraliteit. Dit kon echter niet verhinderen, dat Franco na het einde van de oorlog eerst door nagenoeg de gehele wereld werd geboycot. Hoewel het land in steeds moeilijker economische omstandigheden kwam, werd het doel van dit alles : verdrijving van Franco door de Spanjaarden zelf, echter geenszins bereikt. In zekere zin versterkten zij zelfs Franco’s positie, omdat dit internationale optreden de Spanjaarden krenkte in hun nationale trots. Vele landen zijn intussen dan ook weer van de boycot-politiek teruggekomen.

Franco zelf keerde in de loop der jaren steeds meer tot traditionele Spaanse regeringsopvattingen terug. Zijn plannen tot herstel van de monarchie zijn tot nu toe echter niet definitief geworden. De Falange oefent nagenoeg geen rechtsrevolutionnaire invloed meer uit. De grootste geestelijk-politieke macht is weer de R.K. Kerk geworden.

J. R. EVENHUIS

< >