priester, volgeling van de Moderne Devotie en met Geert Groote stichter van de Broeders van het Gemene Leven (Leerdam 1350 - Deventer 24 Mrt 1400), studeerde te Praag en keerde in 1378 als magister artium naar Nederland terug, vestigde zich te Gorcum en werd reeds spoedig daarna kanunnik aan de Sint Pieter te Utrecht; in contact gekomen met Geert Groote verliet hij Utrecht en werd vicaris aan de Lebuinuskerk te Deventer. Hier verzamelden zich in zijn huis enige geestverwanten, die onder leiding van Geert Groote naar innerlijke vroomheid streefden en een gemeenschappelijk leven leidden: de Broeders van het Gemene Leven.
Na de dood van Geert Groote in 1384 werd Radewijns de leider van deze Broeders. De plannen van Geert Groote om een klooster te stichten heeft Radewijns in 1387 verwezenlijkt door de stichting van het klooster te Windesheim. Radewijns schreef een klein geestelijk werkje onder de titel Tractatulus devotus de extirpatione vitiorum, uitgegeven door J. F. Vregt in Archief voor de Geschiedenis van het Aartsbisdom Utrecht, X (1882), 383.EADM. WINKELS O. CARM.
Lit.: J. H. Gerritsen, F. R. (1891); R. Post, De Moderne Devotie (1940); J. de Jong, Kerkgesch., II (I9474). 423; P- H. Muller, Kerkbouwers, I (1949), 33-39-
