(Friedrich Wilhelm Rembert), Graaf, Russisch generaal en gouverneur van Polen (Zagnitz in Lijfland 27 Mei 1794 - St Petersburg 18 Jan. 1874), diende als vrijwilliger in de oorlogen van 1812 en volgende jaren, reisde daarna in Italië en op de Balkan, was korte tijd in diplomatieke dienst en nam vervolgens deel aan de expeditie tegen de Kirgiezen, oostelijk van de Kaspische Zee (1822 e.v.). Als generaal-kwartiermeester nam hij deel aan de Turkse oorlog van I828-’29 en aan de onderdrukking van de Poolse opstand van 1831.
In 1849, toen een Russisch leger deelnam aan de onderdrukking van de Hongaarse opstand, vertoefde hij enige tijd aan het keizerlijk hof te Wenen als verbindingsofficier tussen het Russische en het Oostenrijkse commando. Gedurende de Krimoorlog (I853-’56) leidde hij eerst de verdediging van Reval en werd daarna gouverneur-generaal en legercommandant in Finland. Wegens zijn streng bestuur moest hij hier echter in 1861 ontslag nemen. Intussen was hij bij de troonsbestijging van Alexander II tot graaf verheven. In 1863, gedurende de tweede Poolse opstand, werd hij na het aftreden van Grootvorst Constantijn benoemd tot gouverneur van Polen. De hardheid, waarmee de opstand onderdrukt werd en de Polen daarna behandeld werden, is voor een belangrijk deel aan hem toe te schrijven. In 1866 trad hij af, werd staatsraad en kreeg de rang van veldmaarschalk.PROF. DR TH. J. G. LOCHER