Frans romanschrijver (Parijs 26 Jan. 1804 - Annecy 3 Aug. 1857), leefde een tijd als dandy en werd door zijn opportunistisch karakter tot modeschrijven gedrongen. Als navolger van Cooper leverde hij romans over het zeemansleven (Kemock le pirate, 1830); als imitator van Scott historische verhalen (Latréaumont, 1837); in de geest van G.
Sand romans over de emancipatie van de vrouw (Mathilde, 1841). Nadat hij zijn vermogen verloren had, leerde hij door de dramaschrijver F. Pyat de Parijse arbeider kennen en lanceerde nu als feuilleton in het „Journal des Débats” het sterk melodramatische volksboek Les Mystères de Paris met geweldig succes. Onder het schrijven evolutionneerde hij zelf tot socialist. Voor 100 000 francs stond hij nu aan „Le Constitutionnel” als feuilleton af Le Juif errant, een werk met sterk anticlericale inslag naar de toen heersende tendenzen zoals deze zich manifesteerden in het oeuvre van een Quinet, een Michelet e.a.De socialistische romans volgden elkaar snel op, de toon werd steeds scherper; geen wonder dat Sue, na de Februari-revolutie tot Kamerlid voor Parijs gekozen, in ballingschap ging na de staatsgreep van Napoleon III.
De romans-feuilletons van Sue (het genre was gelanceerd door E. de Girardin), met hun slordige stijl en de wit-en-zwarttekening van de karakters, meer typen dan levende personen, zijn geen literaire kunstwerken, maar ze zijn, Les Mystères de Paris in het bijzonder, waardevolle historische documenten.
Bibl.: Plick et Plock (1831); Atar-Gull (1831); La Salamandre (1832); La Vigie de Koatven (1833); Jean Cavalier (1840) enz.; Les Mystères de Paris (1842-43, 10 vol.); Le Juif Errant (1844-’45, 10 vol.); Martin, l’enfant trouvé (1847, 12 vol.); Les sept péchés capitaux (I847-’49, 16 vol.); Les Mystères du peuple (1849-1857, 16 vol.).
Lit.: N. Atkinson, E. S. et le roman-feuilleton (1929); G. Jarbinet, Les Mystères de Paris d’E. S. (1932); J. J. Gielen, E. S. in de Nederlanden, Taal en Letteren XX (1932).