Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Eugène FROMENTIN

betekenis & definitie

(Samuel Auguste), Frans schilder en schrijver (La Rochelle 24 Oct. 1820 - Saint-Maurice, bij La Rochelle, 27 Aug. 1876). Voor zijn ontwikkeling bleek een ogenschijnlijk onbelangrijk evenement uit zijn gymnasiumtijd van grote importantie, nl. een liefdesavontuur, dat hij literair heeft verwerkt in zijn roman Dominique (1863), een boek dat door de sobere vorm en de fijne, zuivere analyse van het zielsconflict geworden is tot een klassiek werk uit de Franse literatuur.

Hij maakte reizen naar Algiers, Egypte, Italië, België en Holland; aan zijn derde reis naar Algiers (Nov. 1852 - Oct. 1853) hebben wij de levendige, intelligente reisbeschrijvingen te danken uit Un Été dans le Sahara (1857, herdr. met belangrijk voorbericht 1874) en Une Année dans le Sahel (1859), frisser en spontaner dan de later in het atelier te Parijs vervaardigde schilderijen naar exotische motieven. Zijn reis naar Holland en België verschafte hem de indrukken voor zijn kunsthistorische studie over de Oudhollandse schilders Les Maîtres d’autrefois (1876), een knap boek over een kunst welke Fromentin eigenlijk vreemd was, maar welke hij met zijn scherpe intelligentie, geholpen door zijn vakmanschap, trachtte te begrijpen, een boek dat veel invloed heeft gehad op latere kunsthistorici en dat ook in Nederland zeer werd gewaardeerd (nog in 1931 hier herdrukt; Hilversum, Heuvelpers). Met één slag werd hij hiermede een der beste kunsthistorici van zijn tijd. Bij Fromentin, die eigenlijk meer schrijver dan schilder was, werd de innerlijke strijd tussen literaire aspiraties en picturale activiteit beslist ten gunste van de laatste,DR R. WIARDA

Bibl.: Voyage en Egypte (1869). Journal p.p. J.-M. Carré (Paris 1935)» Œuvres complètes, dl 1 en 2 (Paris 1936/38); Gorr. p.p.

P Blanchon (Paris, 2 vol., 1909, 1912).

Lit.: L. Gonse, E. F., le peintre et l’écrivain (1881); P. Martino, Fr., essai de bibliographie critique (Paris 1924) ; A.

Thibaudet, Intérieurs-Baudelaire-Fromentin-Amiel (1924); B. Dorbec, E. Fr. (1926) ; B. Piepes,E.F., Beitrag zur Charakterisierung der Doppelbegabung: Dichter-Maler, diss.

Wien (1927) ;G. Assalant, E. F. (1931); G. Reynaud, La genèse de ,,Dominique” (Grenoble 1937); M.

Revon, F. (Paris 1937).

< >