Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

EMANUEL PHILIBERT

betekenis & definitie

hertog van SAVOYE en gouverneur-generaal der Nederlanden (Chambéry 8 Juli 1528 Turijn 30 Aug. 1580) was de tweede zoon van hertog Karel II en van Beatrix van Portugal; hij werd oorspronkelijk bestemd voor geestelijke, maar in 1535 stierf zijn oudere broer en sindsdien was hij erfprins. Zijn vader was echter in 1536 door de Franse koning uit zijn hertogdom verdreven en ook bij zijn dood in 1554 nog niet daarin hersteld.

Emanuel kwam in 1545 aan het hof van keizer Karel V, zijn oom, en trad in krijgsdienst, om tegelijkertijd zijns vaders aanspraken te bepleiten en teruggave van het hertogdom te verwerven. Als militair toonde hij schitterende talenten in de Schmalkaldische Oorlog en na 1552 in de oorlog tegen Frankrijk, o.a. bij het beleg van Metz. Hij werd dan ook reeds in 1553 opperbevelhebber van het keizerlijk leger in deze streken. Na de troonsafstand van Karel V benoemde Philips II hem, op voordracht van de aftredende landvoogdes Maria van Hongarije, tot gouverneuren kapitein-generaal van de Nederlanden, zeer tegen Philips’ eigen zin, die niet van hem hield en hem (hoewel in 1559 gehuwd met Margaretha van Valois, de tante van Philips’ gemalin Elizabeth) steeds met minachting behandelde. Zijn benoeming was feitelijk een toegeven aan de Nederlandse groten, bij wie deze talentvolle militair met zijn vrijgevige en prachtlievende natuur zeer welkom was. Bij dezen sloot hij zich dan ook aan, was het middelpunt van het weelderig hof te Brussel en deelde met de hoge edelen de grote ontevredenheid over Philips’ monarchale politiek en vooral over de slechte toestand van de financiën, in welke kwestie hij de Staten-Generaal, zeer tot verontwaardiging van de koning, niet tot belangrijke concessies kon bewegen zonder aan de Staten vérstrekkende politieke concessies te doen.Dat de schuldenlast zo zwaar was, was zeker niet zijn schuld, maar een gevolg van de kostbare oorlog met Frankrijk; dat hij de Staten-Generaal te vriend hield, was een wijze politiek, aangezien zij door hun macht over de financiën onmisbaar waren. Hij vermeerderde zijn roem door de slag bij St Quentin (10 Aug. 1557). Aan de totstandkoming van de vrede van Cateau-Cambrésis nam hij een werkzaam aandeel en bereikte daarbij eindelijk zijn doel: de teruggave van zijn hertogdom zonder Turijn, Vercelli en Pinerolo. Hierheen wenste hij terug te keren. Philips vond dit goed en 15 Juli 1559 droeg hij de landvoogdij over aan Margaretha van Parma en vertrok naar Savoye. Voorlopig moest hij daar al zijn diplomatie tonen om door een tegemoetkomende houding jegens Frankrijk en zonder daardoor Spanje te krenken, de nog door deze beide machten bezette delen van Savoye terug te krijgen (Turijn werd 1562 gerestitueerd, dank zij de invloed van zijn vrouw) en daarna een vrije uitweg naar zee, wat hem niet gelukte. Hij richtte zich tegen de Waldenzen, maar nam op aandrang van Margaretha van Valois meer verzoenende maatregelen (1561), totdat de paus hem tot scherper optreden aanzette. Evenals hij op diens aandrang strijd voerde met Genève, doch al gauw zag hij het onmogelijke van een verovering hier in; trouwens hij moest wel aansluiting bij de Zwitsers zoeken, wegens de ligging van dit land tussen zijn beide vijanden: Frankrijk en de Spanjaarden in Italië. Met Genève sloot hij dus een nietaanvalsverdrag en verwierf Gex. In 1575 had hij eindelijk zijn gehele hertogdom teruggekregen; toen hij vervolgens een vrije weg naar zee zocht (Nice), werd hij door de dood overvallen. Modern was hij in zijn organisatie van een vloot, die een belangrijk aandeel had in de slag bij Lepanto, en vooral van een boeren-militieleger, dat zich op Zondagen oefende. Het leger van leenmannen werd geheel vervangen door een leger uitsluitend door de vorst betaald, dat minder kostte en dat meer van een nationale geest doordrongen was.

DR H. A. ENNO VAN GELDER

Lït.: P Silva, Emanuele Filiberto, duca di Savoia, Collezione Storica Sabauda, 2 dln (1928).

< >