of Eyder, rivier in het Land Sleeswijk-Holstein, ontspringt 14 km ten Z. van Kiel in het Holsteinse ambt Bordesholm uit enige kleine meren. Zij stroomt eerst noordwaarts door het Westen- en Flemhoedermeer, wendt zich bij Landwehr als grensrivier tussen Holstein en Sleeswijk westwaarts over Rendsburg en Friedrichstadt, neemt de Sorga en de Treene op en mondt na een loop van 185 km bij Tönningen in de Noordzee uit.
Bij Friedrichstadt heeft zij een breedte van 180, bij Tönningen van 300 m bij een diepte van 4-5 m. Het stroomgebied beslaat een oppervlakte van 3400 km2. Haar bevaarbaarheid neemt een aanvang bij Rendsburg. In 1770 werd van daar naar de Oostzee het 34 km lange Eiderkanaal gegraven. Dit is later grotendeels opgegaan in het Kaiser-Wilhelmkanaal (of Noord-Oostzeekanaal), dat nu aan Rendsburg ook in westelijke richting een nieuwe uitweg naar zee heeft gegeven. Als grensrivier vervulde de Eider in de geschiedenis een belangrijke rol.
