naam van een volksstam, wonend vnl. tussen Rijn en Maas, maar ook ten W. van de laatstgenoemde rivier, in de Duitse Rijnprovincie, Nederlands- en Belgisch Limburg. Luik, Verviers, Maastricht en Aken lagen binnen hun gebied, evenals hun hoofdplaats Aduatuca, tegenwoordig Tongeren.
Volgens Caesar behoorden zij tot de Germaanse stammen, die over de Rijn in Noord-Gallië zijn doorgedrongen, reeds geruime tijd vóór het midden der eerste eeuw v. Chr. Het heeft Caesar grote moeite gekost hun gebied te veroveren, door hun grote dapperheid en door de natuur van hun land met zijn bossen en moerassen. Onder aanvoering van hun koning Ambiorix hebben zij in het najaar van 54 v. Chr. 1½ legioen Romeinse troepen vernietigd. Caesar heeft deze nederlaag op gruwelijke wijze gewroken. Door expedities in de jaren 53 en 51 v. Chr. is het land van de Eburones geheel verwoest en de bevolking vrijwel uitgemoord. Ambiorix is echter niet gevangengenomen. Van de Eburones is de naam uit de geschiedenis verdwenen. Later woonden Tungri in hun gebied.Lit.: A. W. Byvanck, Nederland in den Romeinsen tijd (2 dln, 1943); Th. Bergk, Cäsar’s Krieg gegen Ambiorix und die Eburonen, in: Zur Gesch. u. Topographie der Rheinlande (1882), 25-38.